Veranderende wereld? “Veel blijft hetzelfde”

In een steeds sneller veranderende wereld moet er juist ook oog zijn voor wat er niet verandert, zegt de Belgische hoogleraar Rik Torfs. 

Organisaties moeten constant blijven leren en zich aanpassen, om bij te blijven, luidt het adagium. Is dit echt zo? En wat doen deze veranderingen eigenlijk zelf met onze capaciteiten om te leren? Als hoogleraar, oud-rector van de KU Leuven en voormalig jurylid bij tv-programma De Slimste Mens ter Wereld is Rik Torfs de aangewezen persoon om hierover te spreken. Hij deelde zeven lessen. 

Blijf kritisch nadenken

Eerst maar eens over die snel veranderende wereld. Bij vrijwel elke lezing of congres komt deze voorbij. Torfs: “Dat beeld kennen we, het voelt veilig. Maar we moeten ook blijven opletten en niet vergeten na te denken.” Want juist in tijden die bol staan van versnelling, staat nadenken onder druk. “Door die snelheid is er helemaal geen tijd meer om na te denken. We krijgen allerlei zaken steeds sneller gedaan dan ooit. Maar alle vrijgekomen tijd wordt opgevuld.”
Blijf kritisch nadenken en neem niets “for granted”, betoogt Torfs. Zo ook het veel gehoorde zinnetje “We leven in een steeds sneller evoluerende kennismaatschappij”. Hier is namelijk iets geks aan de hand, zegt de hoogleraar. “Ik hoor dit namelijk al jaren, maar het zinnetje zelf evolueert niet.”

Focus op dat wat er niet verandert

De nadruk binnen dit discours ligt vooral op alles wat verandert, niet op dat wat hetzelfde blijft. Dit is een manier van kijken die de mens niet gewend is, zegt Torfs. “Als in een winkelstraat van honderd winkels er twee veranderen, concludeert iedereen dat alles anders wordt. We moeten ook leren te zien wat hetzelfde blijft. En hoe de mens antropologisch in elkaar zit”, zegt Torfs. Want juist heel veel in het gedrag van mensen blijft hetzelfde.  

Het gaat om de juiste informatie

Tegenwoordig hoeven we niet meer veel te weten, alle informatie is immers online te vinden. Vaardigheden worden belangrijker. “Maar kun je kennis altijd van internet halen?”, vraagt Torfs zich af. Alles is te vinden, maar door de veelheid van informatie draait het tegenwoordig niet meer om vinden, maar om het weggooien van informatie, zegt de hoogleraar; de relevante informatie scheiden van de irrelevante, kunnen bepalen wat belangrijk is en wat niet. 

Leren is communicatie

Binnen die snel evoluerende maatschappij speelt technologie een grote rol. Wat voor rol speelt die binnen leren? Torfs: “Zeggen dat het onbelangrijk is, betekent de realiteit ontkennen. Je kunt ook zeggen dat het alomvattend is. Maar stel je eens voor dat we geen traditionele universiteiten of studentenhuizen meer hebben en er alleen digitale leertechnieken overblijven. Een student zit dan bij zijn moeder thuis in de keuken en heeft enkel online contact met studiegenoten. Er is meer nodig dan dat”, zegt Torfs: “Menselijk contact is onderdeel van het leren. Technologie kan leren niet vervangen, maar moet juist helpen bij leren. Technologie vormt een doodlopende weg als je niet kunt communiceren.”

Zorg voor verbreding

Leren moet tegenwoordig interdisciplinair gebeuren, luidt het adagium. Torfs: “Ik durf het tegendeel niet te beweren. Maar als het nu eens waar is. Misschien zijn we inderdaad te gespecialiseerd geraakt en leggen we geen bredere verbanden meer.” Torfs haalt een voorbeeld aan van een bio-ingenieur, een ethicus en een communicatiewetenschapper die aan een controversieel project werken. “De bio-ingenieur moet de communicatie overlaten aan de specialist. Maar neem je geen eigenaarschap weg, als je zegt dat iemand niet kan communiceren?” Torfs spreekt van een nieuwe vervreemding, maar dan onder hooggeschoolden. Zijn moraal: “Zorg voor verbreding. Het is niet zo dat omdat u iets goed kent, u van iets anders niets af weet.” 

Bijscholing niet alleen door bijscholers

Als je wordt bijgeschoold, zorg dat dit ook door andere mensen gebeurt dan de bijscholers, zegt Torfs. Het probleem is dat dit een te beperkt kader oplevert. “Je leert vaak het meest over je vakgebied door naar mensen te luisteren die daar op het eerste gezicht maar zijdelings bij betrokken lijken, die uit de school van het leven komen. Kies voor de mensen die bakens verzetten, die bredere verbanden durven te leggen.” Over die bredere verbanden kun je meer leren in de literatuur, zegt Torfs. “Managementboeken gaan altijd over mensen. Mensen leer je kennen door literatuur te lezen. Schuld en boete van Dostojevski, IJzertijd of In Ongenade van Nobelprijswinnaar Coetzee, dat is antropologie van de bovenste plank.” Meer lezen dus, vindt Torfs. “De beste handboeken voor de wetenschap zijn vaak de niet-wetenschappelijke boeken.”

Persoonsvorming deel basisopleiding

Het is belangrijk dat we niet wachten totdat anderen zeggen dat we moeten veranderen, we moeten hiertoe zelf in staat zijn, zegt Torfs: “Denk aan de vrouw die met een slechte man trouwt en denkt: ‘Als hij met mij getrouwd is, zal hij wel veranderen.’ Dat gebeurt niet. Het moet spontaner dan dat zijn.” 
Torfs vindt dat iedere basisopleiding moet uitgaan van persoonsvorming. “Leer jonge studenten met tegenslag om te gaan en dat zaken waar je geen invloed hebt bij het leven horen. Leer ze zichzelf niet te hoog of te laag in te schatten. Mensen moeten toegerust worden om allerlei vormen van transformatie mee te maken.” Belangrijk in deze snel veranderende tijden: “Je blijft niet heel je leven scoren op de dingen waar je op je 25-ste succesvol in bent.” 

Gerelateerde artikelen