Vrouw en CFO in PE: “Twijfelen en tóch de baan nemen, zo’n voorbeeld is erg waardevol.”

Anne van Ravenstein en Marlous Booijink over CFO zijn in de wereld van Private Equity.

In de wereld van Private Equity zijn er maar weinig vrouwelijke CFO’s. Hoe komt dat eigenlijk? Ebbinge-consultant Vincent Timmers gaat daarover in gesprek met Anne van Ravenstein en Marlous Booijink.

Anne van Ravenstein is nu zo’n acht maanden CFO van TecqGroep, een dienstverlener op de flexibele technische arbeidsmarkt. Het bedrijf is in handen van Bencis Capital. Marlous Booijink is ruim een jaar CFO van Pandriks, een duurzame producent van afbakbrood. Pandriks is een portfoliobedrijf van onder meer Rinkelberg. Dat er bij Private Equity portfoliobedrijven maar weinig vrouwelijke CFO’s zijn, ziet Booijink niet per se als een probleem. “Ik zie het eerder als een kans voor bedrijven om meer kennispotentieel te ontsluiten. We weten vanuit onderzoek allemaal dat meer diverse teams succesvoller zijn. In de wereld van de multinationals, bij FrieslandCampina en DSM waar ik zelf gewerkt heb, is er op dat gebied al een hele grote stap gezet. Bijvoorbeeld met het trainen van mensen op unconscious bias – de onbewuste vooroordelen die we allemaal hebben. Dat zie ik minder in de sector waar ik nu actief ben. Het is een kleine wereld, waar iedereen elkaar kent en veel via-via gaat. Dan kom je voor een CFO-functie al snel bij dezelfde mensen – mannen – uit. Het is altijd lastig om te generaliseren, maar ik heb het idee dat Private Equity-bedrijven op dit vlak nog wat achter de muziek aanlopen.”

Van Ravenstein herkent zich in de woorden van haar collega. Toch heeft ze in haar eigen carrière geen hinder van haar gender ondervonden. “Ik heb vooral profijt gehad van het vele voorwerk dat er al is gedaan, de discussies die mensen misschien wel tot vervelens toe zijn aangegaan. Mede doordat anderen de weg voor mij geplaveid hebben, ben ik in mijn loopbaan eigenlijk overal met open armen ontvangen. Maar ik ken ook genoeg verhalen van vrouwen waarbij dat niet het geval is.”

‘Kan ik dit eigenlijk wel?’
Hoe komt het dat er bij Private Equity portfoliobedrijven maar weinig vrouwen op CFO-posities terechtkomen? Een blik op het kandidatenbestand van Ebbinge laat zien dat dit ook een kwestie van aanbod is. “Er zijn voldoende uitstekende vrouwelijke financials, en we zijn trots op het feit dat vorig jaar 45% van onze benoemde CFO’s vrouw is, maar van de absolute topkandidaten, uitstekend opgeleide financials die de overstap al hebben gemaakt naar een eindverantwoordelijke positie bij een midmarket-bedrijf, is slechts twaalf procent vrouw”, zo houdt Timmers zijn gesprekspartners voor. Wat zien zij als mogelijke oorzaken hiervan?

Er zijn meerdere factoren die vrouwen kunnen belemmeren om door te groeien, denkt Van Ravenstein. “Die factoren zijn deels extern, en daar is volgens mij al best wel wat werk verricht, maar ook intern. Zo ben ik zelf altijd mijn grootste criticus geweest. Altijd dat stemmetje dat vraagt: ‘kan ik dit eigenlijk wel?’. Als ik het met vriendinnen over werk heb, komt dat ook vaak terug. Ik weet niet of je dat op alle vrouwen moet willen plakken, maar in mijn omgeving merk ik dat vrouwen erg kritisch op zichzelf zijn. En iets al helemaal onder de knie willen hebben voordat ze aan een uitdagende functie willen beginnen.”

Een ander aspect dat volgens haar meespeelt, is de gewenste balans tussen werk en privé. “Ik heb altijd wel hard gewerkt, maar vind als ik nu terugkijk dat ik misschien wel te hard heb gewerkt toen mijn kinderen klein waren. Als ik andere keuzes had gemaakt, had ik misschien niet op de plek gezeten waar ik nu zit, maar ik voel wel dat ik offers heb gebracht. En dan vraag je je wel eens af – zeker nu meer thuiswerken en het sturen op output steeds gebruikelijker wordt – was een betere werk/privé balans ook mogelijk geweest?”

Booijink denkt dat we ergens blij moeten zijn dat van de financials die CFO-posities bij midmarket- bedrijven bekleden inmiddels twaalf procent vrouw is. “Een jaar of tien geleden lag dat percentage natuurlijk nog veel lager. Daar zie je aan dat we stappen hebben gemaakt. Het faciliteren van een goede work-life balance speelt daarbij een grote rol. Met name bij grotere bedrijven zie je op dat vlak al veel meer flexibiliteit dan bij de meer traditionele bedrijven.” Het brengt haar wederom op het verschil tussen multinationals en de Private Equity-omgeving waarin ze zich nu bevindt. “Je merkt dat iets als thuiswerken ook maar knarsetandend gaat. Daarom denk ik dat veel vrouwen besluiten bij zo’n groot bedrijf te blijven omdat het daar beter geregeld is: het percentage vrouwelijke financials is daar een stuk hoger. Maar het blijft lastig om een enkele oorzaak aan te wijzen.”

Meer dan alleen even op de tent passen
Wellicht dat ook het soort opdracht waarmee CFO’s aan de slag gaan een rol speelt, oppert Van Ravenstein. “In een Private Equity-omgeving krijg je als CFO echt een vastomlijnde opdracht om binnen een bepaalde tijd iets te bewerkstelligen. De factor tijd speelt een hele grote rol: je weet zeker dat het meer behelst dan alleen even op de tent passen. Ik kan me voorstellen dat dit ook voor vooroordelen zorgt, dat mensen denken: bij Private Equity moet je jezelf helemaal een ongeluk werken. Terwijl dat niet per se zo is. Ik heb er de afgelopen acht maanden toch best een leuk leven naast gehad”, lacht ze.

Booijink vindt dat er ook een rol voor de Private Equity-bedrijven zelf is weggelegd om bestaande vooroordelen weg te nemen. “Bij beursgenoteerde bedrijven was er – ook voordat er een quotum kwam – al veel aandacht voor het belang van diversiteit en inclusie. Bij Private Equity hoor je daar toch minder over, wordt er minder een standpunt ingenomen. Maar dat kan alleen als een gebrek aan diversiteit en inclusie ook daadwerkelijk als een probleem wordt ervaren.” Timmers herkent dat de Private Equity-wereld van nature ‘wat mediaschuw’ is. “Het zou helpen als ze rond dit thema wat openlijker naar buiten treden en actiever op zoek gaan naar vrouwelijke CFO’s. De limited partners kunnen hier ook een rol in spelen door het bij hun fondsmanagers af te dwingen”, zo geeft hij aan.

Behoefte aan een klankbord
Om interne barrières bij vrouwelijke financials weg te nemen, zijn rolmodellen belangrijk. Die kunnen als voorbeeld dienen voor andere vrouwen die de stap naar een CFO-functie willen maken. Op een meer persoonlijk niveau kan het hebben van een sparringpartner of een mentor behulpzaam zijn. Van Ravenstein: “Ik vind zelf dat ik te weinig gebruik heb gemaakt van een sparringpartner of een mentor waarmee je tips en kennis kan uitwisselen. Dat zou ik anderen echt aanraden. Zeker de eerste keer dat ik de stap naar een CFO-positie zette, vond ik dat best wel spannend. Op dat moment had ik graag contact gehad met een meer ervaren vrouwelijke CFO om even te spiegelen en te horen hoe zij met vergelijkbare situaties was omgegaan.”

Booijink herkent die behoefte aan een klankbord. “Het is heel fijn om af en toe met mensen te kunnen sparren. Ik heb daar oud-collega’s uit mijn netwerk voor gevraagd, vrouwen en mannen, en daar ga ik af en toe mee eten.” Vooral het persoonlijke aspect heeft volgens Van Ravenstein toegevoegde waarde. “Soms heb je van die events dat er een vrouwelijke CFO op het podium staat die het al helemaal heeft gemaakt, maar daar steek je toch minder van op dan wanneer het echt persoonlijk contact is.” Zo herinnert ze zich een gesprek met een vrouwelijke CFO die net aan een nieuwe klus was begonnen en aan wie ze vroeg hoe ze tot die beslissing was gekomen. “Tja, als ik het niet doe, gaat iemand anders het doen, zei ze. Dat hielp wel, dat downsizen van de functie. CFO zijn is ook gewoon een baan.”

Dichttimmeren met zekerheden
Timmers wordt gevraagd hoe hij vanuit zijn rol bij Ebbinge naar het lage aantal vrouwelijke CFO’s bij Private Equity-bedrijven kijkt. Bij grote bedrijven is de man-vrouw-verhouding van financials al best wel in balans, ziet hij. “In de Private Equity-wereld is het toch wat conservatiever. Veel van die partijen willen het liefst iemand die al drie keer een vergelijkbare klus heeft gedaan, dat geeft ze comfort. Dit zijn helaas vaak mannen. Het is natuurlijk de vraag of die wens terecht is, want resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Toch zien veel Private Equity-bedrijven het zo dat ze met het kopen van de winkel al het risico nemen, en willen ze de boel daarna zo veel dichttimmeren met veronderstelde zekerheden.”
Dat er vervolgens maar een kleine pool aan vrouwelijke CFO’s is, helpt volgens Timmers ook niet mee. “Toch, als je meer diversiteit aan boord wil en het belangrijk vindt om voor een vrouw te kiezen, zal je soms concessies moeten doen. Dat iemand bijvoorbeeld wat minder ervaring heeft met een bepaald thema, of uit een andere sector komt.” Ook aan de kant van de kandidaten herkent hij de eerder in het gesprek benoemde barrières. “Vrouwen zijn vaak wat voorzichtiger, en vinden dat ze negen van de tien vinkjes moeten hebben voordat ze de stap durven te zetten. Daar houden we in de werving bij Ebbinge rekening mee. Door minder criteria in wervingsteksten op te nemen, of toch nog dat tweede of derde belletje te doen als we merken dat iemand onnodig twijfelt.”

Twijfel hoort erbij
Het besef dat andere mensen ook twijfelen voordat ze een carrièrestap zetten, heeft Van Ravenstein in haar loopbaan erg geholpen. “Twijfelen, en tóch de baan nemen. Dat soort voorbeelden zijn erg waardevol. Twijfel hoort erbij, en is geen reden om iets niet te doen.” Booijink sluit zich daarbij aan. “Ik zeg altijd: van alles wat je doet, leer je iets. You either succeed or you learn – or both. Hoe erg is het dan om een keer een foute beslissing te nemen? We leven en werken zo ontzettend lang, dan kan het echt niet altijd allemaal perfect zijn.”

Schrijf je nu gratis in voor de CFO Nieuwsbrief: https://mijn.cfo.nl/signup
En volg ons op: https://www.linkedin.com/company/cfo-nl/   

Gerelateerde artikelen