Wijziging NOW: rekenvoorbeelden subsidie bij daling loonkosten

Een extra zware korting gaat gelden voor werkgevers die de NOW-regeling gebruiken en tevens ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvragen.

Door: Joost van Ladesteijn en Gaby van Burken, advocaten bij HVG Law 

Op 3 april 2020 is de NOW-regeling op een aantal punten gewijzigd. Werkgevers die tijdens de periode van subsidie-tegemoetkoming een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen, worden met deze wijziging progressief benadeeld in de subsidievaststelling. Hieronder vindt u een aantal rekenvoorbeelden voor het bepalen van de subsidie in de situatie dat er sprake is van een loonkostenvermindering in de periode waarover subsidie is verleend.

Wijziging NOW

Een van de wijzigingen betreft de berekening van de subsidie bij een verzoek om toestemming voor bedrijfseconomisch ontslag. Door deze wijziging vindt geen correctie voor omzetverlies plaats bij de berekening van de subsidievermindering vanwege een verzoek om toestemming voor bedrijfseconomisch ontslag. Dit geldt ook voor een daling in de loonkosten vanwege een andere reden dan indiening van een ontslagaanvraag. Wij illustreren het effect van loonkostenvermindering aan de hand van een aantal voorbeelden. 

1. Berekening subsidie loonsomdaling
De hoogte van de subsidie is gerelateerd aan het omzetverlies en wordt kortweg gebaseerd op de loonsom van januari 2020 (of indien over die maand geen loongegevens beschikbaar, over november 2019), vermeerderd met 30% werkgeverslasten. De subsidie bedraagt maximaal 90% van de totale loonsom. Achteraf vindt een eventuele correctie van de omzetvermindering en/of loonkosten plaats.

De berekening van de subsidie is als volgt: A x B x 3 x 1,3 x 0,9 (A staat voor het verwachte omzetdalingspercentage en B voor de loonsom).

In het geval de loonkosten in maart, april en mei 2020 lager uitvallen dan driemaal de loonsom van januari 2020, dan ontvangt de werkgever uiteindelijk voor elke euro minder loonkosten 90 cent minder subsidie. Er vindt dan een terugvordering plaats. Er wordt geen correctie voor omzetverlies toegepast. 

De berekening van de subsidie bij verlaging van de loonsom is als volgt: (A x B x 3 x 1,3 x 0,9) – (C x 1,3 x 0,9) (C staat voor de verlaging van de loonsom over maart, april en mei 2020). 

Er wordt als het ware een staffel toegepast. Hierbij wordt uitgegaan van een ongewijzigde omzetdaling. Bij een verlaging van de loonsom met een X%, wordt de subsidie met 2 x dit X% verminderd. Indien de loonsom en omzet met hetzelfde percentage dalen, is de subsidie nihil. 

Voorbeeld I:
Stel dat de werkgever bij de subsidieaanvraag uitgaat van een loonsom van € 900.000 in januari 2020 en een verwachte omzetdaling van 50% over maart, april en mei 2020. De hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: 0,5 x 900.000 x 3 x 1,3 x 0,9 = € 1.579.500. 

In februari 2020 sluit de werkgever met een groep werknemers een beëindigingsovereenkomst, waardoor deze werknemers in april 2020 uit dienst treden en de loonkosten van de werkgever over maart, april en mei 2020 met 20% dalen. De loonkosten bedragen € 2.160.000 (in plaats van € 2.700.000,-). De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (540.000 x 1,3 x 0,9) = € 947.700. De subsidie daalt met 40%. 

 

Voorbeeld II:
Het betreft dezelfde werkgever als in voorbeeld I, maar nu dalen de loonkosten van de werkgever over maart, april en mei 2020 met 30%. De loonkosten bedragen € 1.890.000 (in plaats van € 2.700.000,-). De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (810.000 x 1,3 x 0,9) = € 631.800. De subsidie daalt met 60%. 

 

Voorbeeld III:
Het betreft dezelfde werkgever als in voorbeeld I. Achteraf blijkt dat de daadwerkelijk omzetdaling 40% is (in plaats van 50%). Daarnaast vond in februari 2020 een overname van een onderdeel van de onderneming van de werkgever plaats, waardoor werknemers zijn overgegaan naar een andere partij en de loonkosten van de werkgever over maart, april en mei 2020 met 40% zijn gedaald. De loonkosten bedragen € 1.620.000 (in plaats van € 2.700.000,-). De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: (0,40 x 900.000 x 3 x 1,3 x 0,9) – (1.080.000 x 1,3 x 0,9) = nihil. 

 

2. Berekening subsidie bij verzoek om toestemming bedrijfseconomisch ontslag
De werkgever die een NOW-aanvraag doet, is verplicht zich vanaf 18 maart 2020 te onthouden van het indienen van een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen. Indien de werkgever toch een ontslagaanvraag indient en deze niet tijdig intrekt, heeft dit gevolgen voor de hoogte van de subsidie. 

Onder de oude regeling werd het loon van de werknemers voor wie een ontslagaanvraag werd ingediend na 18 maart 2020 verhoogd met 50%. Dit totaalbedrag werd dan in mindering gebracht op de loonsom van januari 2020. Doordat de loonsom van deze werknemers, vermenigvuldigd met 1,5, van de loonsom van januari 2020 werd afgetrokken, werd hiermee onbedoeld een correctie voor omzetverlies toegepast.

Door de wijziging van de NOW vindt ook hier géén correctie voor omzetverlies plaats. 

De berekening van de hoogte van de subsidie is dan als volgt: (A x B x 3 x 1,3 x 0,9) – (loonsom voorgedragen werknemers x 1,5 (sanctie) x 3 x 1,3 x 0,9). 

Ook hier wordt een staffel toegepast. Bij een loonsom van de voorgedragen werknemers van X% van driemaal de loonsom van januari 2020, wordt de subsidie met 3 x dit X% verminderd. Bij een loonsom van de voorgedragen werknemers van 1/3 van driemaal de loonsom van januari 2020, is de subsidie nihil. 

Voorbeeld IV:
Het betreft weer dezelfde werkgever als in voorbeeld I. Op 20 maart 2020 dient de werkgever een verzoek in bij het UWV om toestemming voor bedrijfseconomisch ontslag van een groep werknemers. De werkgever trekt zijn verzoek niet in. De loonsom van de voorgedragen werknemers bedraagt € 100.000 per maand. 

De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (100.000 x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9) = € 1.053.000. 

 

Voorbeeld V:
Het betreft weer dezelfde werkgever als in voorbeeld IV, maar de loonsom van de voorgedragen werknemers bedraagt nu € 300.000 per maand. 

De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (300.000 x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9) = nihil.  

 

3. Tot slot
Vorenstaande voorbeelden vormen slechts algemene berekeningswijzen. In de praktijk zal iedere situatie anders zijn. Hiermee zal bij de berekening van de subsidie rekening dienen te worden gehouden. 

De wijziging van de NOW leidt er in ieder geval toe dat werkgevers die vanaf 18 maart 2020 een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen, 1,5 keer zo hard wordt gekort in de uiteindelijk te ontvangen subsidie dan werkgevers bij wie de loonkosten waarop de subsidie wordt gebaseerd lager uitvallen anders dan door een ontslagaanvraag.