CFO Huub van Rozendaal: Uitdaging in ontwikkeling Sligro Food Group

Huub van Rozendaal stapt op 1 mei van dit jaar officieel op als CFO van het beursgenoteerde familiebedrijf Sligro Food Group. Met een dienstverband van vierentwintig jaar is hij de langstzittende CFO bij een Nederlands beursfonds. Bij zijn komst was Sligro een bedrijf van 500 medewerkers en 3 miljoen euro winst, bij zijn vertrek heeft de onderneming 10.000 medewerkers en bedraagt de winst 70 miljoen euro. In de vijfentwintig jaar dat het bedrijf beursgenoteerd is, steeg de marktwaarde van 25 miljoen naar 1,5 miljard en werd een samengesteld rendement behaald van 17 procent.

Deze indrukwekkende cijfers van een gestage ontwikkeling hebben er volgens Van Rozendaal aan bijgedragen dat hij nooit serieus heeft overwogen weg te gaan bij Sligro. “Ik bleef weliswaar in dezelfde baan, maar het bedrijf is ontzettend veranderd en dat betekent ook dat mijn job veranderde. Ik hoefde de uitdaging niet ergens anders te zoeken, die zat in de ontwikkeling van het bedrijf.”Beursgenoteerd familiebedrijf Wat echter niet veranderde, is de eigen cultuur van het beursgenoteerde familiebedrijf, de reden waarom Van Rozendaal Sligro vierentwintig jaar trouw is gebleven. “Je hebt aan de ene kant de professionaliteit en de regels van een beursgenoteerd bedrijf, en aan de andere kant een familiebedrijf dat per definitie meer aandacht geeft aan de cultuur en de lange termijn.”In de afgelopen vierentwintig jaar is Van Rozendaal naar eigen zeggen ‘bijna één geworden met het bedrijf’. Deze betrokkenheid, niet alleen van hem, maar van de meeste medewerkers, is volgens hem erg belangrijk en bepalend voor de cultuur. “Er zijn do’s-and-don’ts die moeilijk onder woorden te brengen zijn, maar die ons uniek maken”, aldus Van Rozendaal, die het jaarverslag erbij pakt, waarin precies staat beschreven wat belangrijk is in de cultuur van Sligro. “Het gaat niet om kreten als ‘de klant centraal stellen’, want welk bedrijf zegt dat niet van zichzelf, behalve Ryanair? Elk bedrijf noemt zichzelf ook kostenbewust, wij spreken liever over ‘zuinig met centen’. Wij zien kruidenier als een geuzennaam. We zijn gezond eigenwijs en dat betekent dat we niet achter allerlei modegrillen en complianceregels aanlopen. ‘Samen sterk’ is belangrijk in onze cultuur. We zijn allemaal blue collar workers. Koen Slippens, onze CEO, en ik zien onszelf als meewerkend voorman en gedragen ons er ook naar. We zijn in functie niet allemaal gelijk, maar als mens wel. We zijn ook ‘bewust direct’, dat wil zeggen recht voor zijn raap, de diplomatie is hier niet uitgevonden. Het vijfde punt is ‘trots vanuit passie’.” Gebrek aan interesse IT in financiële wereld  De laatste jaren treedt Van Rozendaal regelmatig namens Sligro naar buiten in het kader van investor relations. Hij won voor zijn optredens diverse awards en kreeg onlangs de Life Time Achievement Award van de Nederlandse Vereniging voor Investor Relations (NEVIR) uitgereikt. Wat hem in de financiële wereld altijd heeft verbaasd, is dat beleggers over heel veel onderwerpen vragen stellen, maar zelden vragen naar de IT en de cultuur van de onderneming, twee onderwerpen die volgens hem heel bepalend zijn voor het succes. “Het gebrek aan interesse in IT komt volgens mij ook een beetje voort uit onbekendheid met het onderwerp, en het begrip cultuur vinden ze soft, dat past niet in Excel.”Stakeholders en analisten zijn positief over Sligro, dat de afgelopen jaren een forse groei van aandeelhouderswaarde en winst liet zien. Van Rozendaal blijft er nuchter onder. “Aandeelhouderswaarde, maar ook winst is eigenlijk nooit een doelstelling geweest. Het is de uitkomst van een proces waarin we ons richten op de klant en de medewerker en minder sturen op de korte termijn.”Bij een beursgenoteerd familiebedrijf als Sligro zal er ook wel worden gekeken naar de concurrentie en het marktaandeel?“Natuurlijk doen we dat. We willen de wedstrijd winnen. De wedstrijd wordt echter niet uitgevochten op de beurs, maar in de markt. Daar willen we het beter doen dan anderen. Het gevolg is dat zich dat vertaalt in financiële criteria. Deze visie heeft veel met de familiecultuur te maken. Tegenwoordig betalen we veel dividend uit, maar de eerste vijftien jaar hebben we alleen stockdividend uitgekeerd. Dat vond de familie vanzelfsprekend, want het geld was nodig voor de groei van het bedrijf. Nog steeds geldt dat alleen geld dat we niet nodig hebben in het bedrijf voor de aandeelhouders is. We hebben door deze opstelling aandeelhouders gekregen die dat waarderen.” Tijdens het gesprek met Van Rozendaal ontstaat niet de indruk dat hier een topman spreekt die op het punt staat afscheid te nemen. Hij heeft het nog steeds enthousiast over ‘wij’ als het gaat om de onderneming. De vraag dringt zich dan ook op waarom hij er niet nog een jaartje aan vastknoopt om tijdens zijn vijfentwintigjarig jubileum afscheid te nemen.“Dat zei mijn vrouw ook, ze vond dat ik het een jaar later moest doen: dan word je zestig en ben je vijfentwintig jaar in dienst. Maar ik wil niet doen wat iedereen zou doen”, aldus een lachende Van Rozendaal, die benadrukt dat niet dit, maar het feit dat zijn opvolger Rob van der Sluijs klaar was voor de job de doorslag heeft gegeven. Opvolging lastig door sterke cultuur “Interne opvolging is heel erg lastig wanneer je zoals bij Sligro sterk aan de cultuur hecht. Het is bij een sollicitatie moeilijk in te schatten of iemand in de cultuur past. We zijn niet altijd zo succesvol geweest in de opvolging van de top, behalve dan bij de interne opvolging van Abel Slippens door Koen. Omdat we heel sterk centraal en vanuit de top gestuurd zijn, is het niet eenvoudig om volledig intern promotie naar de top te maken. Je moet dan mensen van buiten binnenhalen en onze faalratio op dat terrein is relatief hoog. Het ging dan eigenlijk mis op de cultuur. Als je dat constateert, moet je toch op interne opvolging inzetten, maar dat is een langdurig proces. Toen ik begin vijftig was, zijn we naar opvolging gaan zoeken. Rob van der Sluis is hier met die bedoeling komen werken, zonder dat we dat overigens intern bekend hebben gemaakt. Ik heb Rob de afgelopen jaren in positie proberen te brengen als mijn opvolger. Dat betekent dat je niet alleen de vervelende dingen, maar ook de aantrekkelijke delen van je functie begint af te stoten. Uiteindelijk heeft dat invloed op je eigen functie-inhoud. Daarom geef ik nu het stokje over.”Gevraagd naar de grootste verandering in finance over de afgelopen vierentwintig jaar antwoordt Van Rozendaal: “Ik werd onder meer CFO, omdat ik goed kon boekhouden. De accounting was nog niet zo goed op orde en daar kon ik meteen mee aan de slag. Boekhouden is voor mij geen negatieve term. De meeste CFO’s van nu vinden accounting ook belangrijk, maar het is vooral belangrijk dat anderen dat goed doen. Er zijn CFO’s die er een broertje dood aan hebben. Je hoeft geen deskundige te zijn op het gebied van IFRS, dat ben ik ook niet, maar reporting is wel onderdeel van een beursfonds en daar moet je toch voldoende van weten zonder dat je reportingspecialist bent.” Investor relations belangrijker voor CFO Van Rozendaal stipt verder aan dat het belang van investor relations voor een CFO is toegenomen, nu steeds meer ondernemingen niet alleen gebruikmaken van bankfinanciering, maar ook zelf de kapitaalmarkt op gaan. Sligro was een van de eerste bedrijven van deze omvang die in 2004 een beroep op de Amerikaanse kapitaalmarkt deden. Van Rozendaal: “Ik had nog nooit met communicatie te maken gehad toen ik als CFO begon, en opeens moet je dan persberichten maken en met de media spreken. Dat deed ik en het ging wel eens fout, maar de gevolgen waren te overzien. Koersgevoelige informatie was een wat rekbaarder begrip dan nu. Het geven van deze informatie is de laatste tien jaar compleet not done geworden. Het vak is geprofessionaliseerd. Je kunt tegenwoordig geen financieel directeur meer zijn en het externe er even bij doen.” Het uitzonderlijkste jaar was voor Van Rozendaal 2008, het jaar van de financiële crisis. “De financiële wereld was totaal out of control. Er was paniek bij de Nederlandse grootbanken. Zelfs een bedrijf als Sligro, zo solide als een huis, had hiermee te kampen. Dat heeft mij een aantal dingen geleerd. We voeren een conservatief financieel beleid en daar houden we aan vast. We durven best veel dingen te doen, maar wel vanuit een sterke balans.”Kijkend naar de rol van de CFO constateert Van Rozendaal dat de toegevoegde waarde daarvan groeit. “Je doet het als team, maar het belang van de CFO-functie, zeker in een beursgenoteerd bedrijf, is spectaculair toegenomen. Je was eerst de beste boekhouder en nu ben je de business facilitator. Ik vind overigens wel dat sommige CFO’s daar wat te ver in gaan. Alle CFO’s vinden eigenlijk dat ze wel heel erg veel verstand van de business hebben. Ik heb daar ook veel verstand van – vanuit mijn IR-taak en het feit dat ik hier al vierentwintig jaar zit –, maar toen we de overname van C1000 overwogen, heb ik nooit de winkels bekeken. Ik wilde een objectief beeld krijgen uit boekenonderzoeken. Ik ben altijd bang geweest dat ik verliefd werd op datgene wat ik ging kopen. Mijn collega’s moeten enthousiast zijn en het vooral goed kunnen uitleggen. Als ik daar versnelling aan ga geven door dat in allerlei financiële termen te vertalen, is dat in het kader van een evenwichtige afweging niet verstandig. Je hebt een rol in de strategie, maar dat kan niet het primaat zijn van de CFO. Het is wel belangrijk dat je bijdraagt aan discussie en de business uitdaagt.” CEO en CFO werken samen als een motor met zijspanOver de samenwerking tussen CEO en CFO is Van Rozendaal duidelijk: “Kees Storm heeft ooit een boekje geschreven over de samenwerkingsmodellen tussen CEO en CFO. Ik kreeg dat boekje als relatiegeschenk en stuurde het aan Abel Slippens. We kwamen direct en onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat wij het model van ‘de motor met zijspan’ hadden. De CEO zit op de motor en stuurt, en de CFO rijdt mee als bakkenist en hangt soms mee en soms tegen om niet de bocht uit te vliegen. Ik heb dat altijd een goed model gevonden: als je het niet met elkaar eens bent, gaat die motor niet goed rijden.” Van Rozendaal is niet gecharmeerd van het idee van de tandem. “Als je op de tandem zit, heb je als CFO vooral de rol om snelheid te geven aan de voorkant, dat vind ik geen fijne rol.”Een goede CFO moet volgens hem aan een aantal eisen voldoen. Allereerst moet het een goede technocraat zijn. “De functie vereist vakinhoudelijk kennis, dat wordt nog wel eens onderschat. We moeten ook goede managers zijn en goed communiceren, maar we moeten ook ons vak goed verstaan. Je hebt een taak in de directie, je bent het geweten of de rechte rug van het bedrijf. Je houdt het een spiegel voor zonder cynicus of criticus te worden.” Averechts effect governance Een aspect van het CFO-vak dat hij minder zal missen, is de toegenomen regelgeving. Hij vraagt zich af of bedrijven daar wat mee opschieten, het gevaar dreigt dat alle governance om de governance een averechts effect heeft. “Op het gebied van governance vragen we ons te weinig af welke invloed te veel regelgeving heeft op het zelfstandig nadenken. Sligro doet bepaalde dingen, bijvoorbeeld op fiscaal gebied, niet. Dat is niet omdat het volgens de regels niet mag, maar omdat we vinden dat het niet zou moeten kunnen. Dat heeft ook met mvo te maken. Ik zie multinationals die enorm scoren als het gaat om ratings voor sustainability, maar als het op betalen aankomt, maken ze geen euro over aan Dijsselbloem.”“Cultuur en compliance zijn in mijn ogen twee heel verschillende factoren. Ik vind het heel bijzonder dat accountants de tone at the top zouden moeten beoordelen. Als er nou één groep niet geschikt is om daar een oordeel over te hebben, dan zijn het accountants. Dat zijn mensen die bij uitstek zekerheid zoeken in veel regels.” Van Rozendaal verwacht dat regelgeving en juridische zaken in de toekomst een nog dominantere invloed zullen krijgen.Veertig jaar zestig uur per week werken Over zijn eigen toekomst heeft hij ook nagedacht. “Ik ga in ieder geval minder werken. Ik heb vanaf mijn negentiende gewerkt en in de avonduren gestudeerd om accountant te worden. Sindsdien heb ik veertig jaar gemiddeld zestig uur per week gewerkt. Ik heb het nooit als een belasting ervaren, maar het mag wel wat minder. Ik ga meer dingen samen met mijn echtgenote doen. Daarnaast heb ik nog een aantal andere bezigheden. Niks doen lijkt me heel erg slecht. Ik heb al twee commissariaten, maar ik mag er nog wat hebben en ben daarover in gesprek. Het is een verrijking om dat soort dingen te mogen doen. Verder blijf ik voorzitter van het ondernemingspensioenfonds van Sligro. Daarbij kan ik echt iets betekenen voor de Sligro-gemeenschap en het is inhoudelijk een heel interessante job, waar ik nu meer tijd aan kan besteden.”In de CFO-community zullen we Huub van Rozendaal eveneens nog regelmatig tegenkomen. Hij zal zijn kennis en ervaring ook aanwenden voor de opleidingen van Alex van Groningen en het schrijven van blogs voor CFO.nl

Gerelateerde artikelen