Een realistische kijk op AI

De robot gaat onze banen overnemen. AI overstijgt het menselijk brein. Doemscenario’s volgens IFS Labs-directeur Bas de Vos. “AI is geen alwetend wezen in de cloud”

Artificial intelligence, het is een hype, rondom een technologie waarover nog veel onwetendheid bestaat. “AI is een parapluterm”, zegt Bas de Vos. “Voordat je de impact kunt bepalen, moet je eerst goed begrijpen wat het precies is.” 

De Vos is directeur van IFS Labs. Dit is de vooruitgeschoven post van het internationaal opererende softwarebedrijf IFS, dat onder andere ERP- en EAM-systemen levert. IFS Labs leert als eerste nieuwe technologie kennen, experimenteert en onderzoekt of er toegevoegde waarde voor producten en klanten is. “We zoeken naar problemen voor een oplossing”, zegt De Vos over hun pionierswerk. Het lab draaide in 2012 al IoT-projecten, daarmee flink voor de massa uit lopend. Artificial intelligence is een term die de afgelopen jaren vaak voorbij komt. En even zo vaak worden daarbij vele mythes verteld, zegt De Vos. Neem de bewering dat AI in korte tijd onze banen gaat overnemen. “Het menselijk brein kan opgedane kennis goed in een andere context gebruiken. Dat noemen we general intelligence. Voor een computer is dit nu nog onmogelijk. Die presteert alleen goed binnen een vastomlijnde taak en presteert daarbuiten dus minder dan de mens.”

Stukjes technologie

In onze op experience gerichte economie zijn bovendien allerlei zaken belangrijk die een robot niet kan bieden. De Vos: “We betalen vaak voor een ervaring, en niet voor het product. Zo is de mannenkapper momenteel erg populair. In zo’n barbershop stap je een ervaring binnen; mannen met baarden, stevige stoelen, een bepaalde sfeer. In de toekomst geknipt worden door een robot? Ik kan het me niet voorstellen.” 

Over wat AI allemaal wél kan, bestaat vaak een verkeerd beeld, ook bij veel bedrijven, zegt De Vos. “Men ziet AI als een oppermachtig en alwetend wezen in de cloud. Als één technologie. Maar dat is het niet. AI is een verzameling van technologieën, die afzonderlijk in staat zijn om stukken van problemen op te lossen. Een mooi voorbeeld is de zelfrijdende auto. In de perceptie wordt die bestuurd door AI. In werkelijkheid gaat het om vele verschillende systemen, die allemaal een kleine taak uitvoeren. En die daarnaast ook niet veel anders kunnen.”

Geen doel maar middel

De mens heeft voorlopig dus niet zoveel te vrezen. Wat niet wil zeggen dat de technologie niet veel potentie heeft. Die is er absoluut, zegt De Vos. En het is zo dat de hoogtijdagen van AI lijken aangebroken. “In feite is men al sinds de jaren 50 en 60 met deze technologie bezig”, zegt De Vos. “De mogelijkheden zijn nu veel groter, vanwege de toegenomen computerkracht en beschikbare hoeveelheid data. Er kan nu heel veel bereikt worden.” 

IFS kijkt vooral praktisch naar de mogelijkheden. AI is vooral geen doel op zich, maar een middel voor een bepaald doel. Bovendien zijn de kansen dus meestal anders dan vaak voorspeld wordt. De Vos: “Vaak gaat het over efficiency en effectiviteit, maar er is meer. Zo moet ik als leidinggevende elke maandagochtend de uren van mijn werknemers goedkeuren. Daar krijg ik geen energie van. Stel je voor dat door machine learning het deel wat ik toch al goed zou keuren geautomatiseerd zou gebeuren. Ik kan me richten op de uitzonderingen en heb meer tijd om te praten met die werknemer die te veel overuren maakt. Dat gaat over waarde toevoegen.”

Er zijn twee belangrijke taken waardoor AI die waarde kan toevoegen, zegt De Vos: “Allereerst gaat het om het vervangen van repetitief werk, waardoor mensen waardevollere dingen kunnen gaan doen. Een andere belangrijke toepassing is het vinden van patronen in zeer grote dataverzamelingen, die voor mensen te complex zijn.”

Geen tegenhanger mens

Toch wordt technologie vaak als een tegenhanger van de mens gezien. Alsof de één niet met de ander kan. Terwijl in de praktijk er eerder sprake is van een samenwerking, zegt De Vos. “Denk aan de monteur die met de machine communiceert of de technologie die vertelt wanneer een kaartjesautomaat onderhoud nodig heeft. En de monteur ook nog eens de meest optimale werkroute geeft.” Een bedrijf dat nieuwe technologie wil implementeren en deze symbiose niet ziet, komt bovendien bedrogen uit. “Werknemers moeten technologie accepteren. Hun werk gaat veranderen, dus zul je ze moeten overtuigen. Dat lukt niet als ze technologie als bedreiging zien of als het hun werk ingewikkelder maakt.” De rol van de mens zal wel veranderen. En daarvoor geldt dat werknemers omscholing nodig hebben, benadrukt De Vos. 

"Stop met kijken naar ROI"

Experimenteren en uitproberen. Dat is het recept voor bedrijven die met AI aan de slag willen. Wachten en later instappen? “Het kan, maar dan loop je wel achterstand op”, zegt De Vos. “Wijs mensen aan, start pilotprojecten en begin met investeren”, is zijn advies. En beoordeel innovaties niet alleen op harde financiële cijfers. “Stop met kijken naar de ROI. Mislukken moet kunnen. Het denken in opbrengsten, tijdsplanningen of andere kaders begrenst innovatie.” En ook bij geen ROI, kan een investering terugverdiend worden, zegt De Vos. “Van een portfolio van tien projecten, zullen er misschien acht falen. Maar die twee die succesvol zijn, kunnen een dusdanige ROI hebben, dat de overige acht niet meer relevant zijn.”

Gerelateerde artikelen