Europese Rekenkamer bezorgd over oplopende schulden van EU
De gezamenlijke schuld van de EU was vorig jaar 458,5 miljard euro en daarmee bijna twee keer zo hoog als in 2021 (236,7 miljard euro). De toename komt vooral door geld dat de EU heeft geleend voor het zogenoemde Europese Herstel- en Veerkrachtfonds ofwel coronaherstelfonds. Uit dit fonds kunnen de EU-lidstaten subsidies krijgen om investeringen te doen om de klap van de pandemie te boven te komen.
Vermoedelijk wordt “het leeuwendeel van de terugbetalingen uitgesteld” tot volgende meerjarenbegrotingen, schrijft de rekenkamer in het verslag. Over dit “doorschuiven van de risico’s” is de rekenkamer niet te spreken.
De controleur van de Europese financiën stelt bovendien vast dat verkeerde bestedingen uit het coronaherstelfonds de komende jaren vermoedelijk toenemen door de tijdsdruk die EU-landen voelen om alsnog van de subsidies te profiteren voordat dit fonds in 2026 stopt. Rekenkamerlid Stef Blok vindt dat de commissie de aanvragen daarom goed moet controleren. Een correcte besteding van het coronaherstelfonds vraagt, aldus Blok bij de presentatie van het verslag aan de pers, de komende tijd “een hele rechte rug van heel veel mensen”.
Een andere zorg van de Europese Rekenkamer is de jaarlijkse stijging van het percentage aan fouten dat de controleurs vinden in de Europese begroting. Dat geschatte foutenpercentage was in 2021 nog 3 procent, liep op tot 4,2 procent voor 2022 en blijkt voor 2023 5,6 procent te zijn van de in totaal 239,2 miljard euro aan EU-betalingen in 2023.
“Ik schrik daar toch van”, reageert Blok. Dat geld verkeerd wordt besteed, betekent niet altijd dat er fraude is. Soms wordt, bijvoorbeeld door onduidelijke Europese regelgeving, geld per ongeluk verkeerd uitgegeven. Maar, zegt Blok, de Europese Commissie moet hieruit wel lessen trekken en de regelgeving en controlemechanismen verbeteren. “Het gaat hier ook over publiek vertrouwen in de overheid en in de Europese Unie”, aldus Blok.
Het EU-budget komt grotendeels uit de afdracht die de EU-landen doen in verhouding met hun bruto nationaal inkomen. Daarnaast zijn er nog door de EU aangegane leningen. Het Europees Parlement en de EU-landen stellen de jaarlijkse begroting vast die past binnen de door henzelf periodiek vastgestelde meerjarenbegroting voor zeven jaar. De huidige meerjarenperiode loopt van 2021 tot 2027. De Europese Commissie doet in 2025 een begrotingsvoorstel voor de volgende zeven jaar.