Institutionele beleggers gaan voor groen

Het zal u niet ontgaan zijn dat volgende week de jaarlijkse VN klimaatconferentie plaatsvindt in Parijs. In de aanloop naar deze bijeenkomst buitelen voor- en tegenstanders van maatregelen om de hoeveelheid broeikasgassen terug te dringen, over elkaar heen met nieuwe rapporten, aanbevelingen en oproepen. Dit jaar krijgen de voorstanders een steuntje in de rug van een nieuwe groep: grote institutionele beleggers die aankondigden hun beleggingen in sectoren met een hoge CO2 emissie nog eens extra onder de loep te nemen of zelfs af te bouwen.

Zo liet Oliver Bäte, CEO van Allianz met een beheerd vermogen van 630 miljard euro, onlangs weten binnen zes maanden zijn beleggingen af te bouwen in bedrijven die meer dan 30% van hun omzet uit steenkool halen en 3 miljard te investeren in hernieuwbare energie. Toegegeven, op een totaal vermogen van 630 miljard lijkt 4 miljard niet veel, maar het is een begin. Het Noorse staatsinvesteringsfonds en de Franse concurrent Axa maakten eerder zo’n wending en ook In Nederland kondigde pensioenfonds ABP onlangs aan zijn beleggingsbeleid te wijzigen. Duurzaamheid krijgt een prominentere rol in het aandelenbezit van ABP. Deze institutionele beleggers doen dat niet uit louter altruïstische motieven, zij worden ook door de markt afgerekend en moeten de deelnemers in hun fondsen gewoon een goed rendement bieden. Je zou zeggen: blijft gewoon beleggen in bedrijven die afhankelijk zijn van steenkool want dit is nu de goedkoopste optie. Op de korte termijn zou dit een goede strategie zijn, maar pensioenfondsen hebben echter een lange termijn beleggingshorizon en kijken dertig jaar vooruit. Bovendien hebben zij te maken met hun stakeholders die niet alleen een goed pensioen willen, maar ook daarvan willen genieten in een gezonde omgeving.Voor institutionele beleggers draait het om het beheersen van toekomstige financiële risico’s en het klimaat is een risico. Dat bleek in 1992 toen in de nasleep van orkaan Andrew elf verzekeringsmaatschappijen in de VS failliet gingen. Sindsdien loopt de verzekeringssector voorop in het gebruik van grote hoeveelheden data om het risico op extreem weer in kaart te brengen. Maar ook voor andere bedrijfssectoren die niet direct te maken hebben met de gevolgen van klimaatverandering, liggen er volgens BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld met een beheerd vermogen van 4079 miljard euro, indirecte risico’s op de loer in de vorm van nieuwe regelgeving om de uitstoot van CO2 in te perken. Dit kan leiden tot extra kosten of de noodzaak tot het bijstellen van businessmodellen.Om beter inzicht te krijgen in deze toekomstige risico’s wil BlackRock meer en beter vergelijkbare gegevens van ondernemingen over hun duurzame criteria en CO2-emmissies. De institutionele belegger pleit voor een wereldwijde standaard zodat bedrijven met elkaar kunnen worden vergeleken. In het jaarverslag van een onderneming moet bovendien een door de accountant goedgekeurde passage over klimaatrisico staan. De institutionele beleggers vinden steeds meer gehoor bij grote internationale en nationale bedrijven die zelf wereldwijde initiatieven ontplooien om klimaatproblemen, die zij soms aan den lijve ondervinden, te lijf te gaan. Nieuwe technologieën op het gebied van duurzame energie of duurzame producten bieden bovendien kansen voor innovatieve ondernemers.Het is te hopen dat de conferentie in Parijs meer concrete afspraken over de emissie van broeikasgas oplevert dan vorige conferenties. Wat de uitkomst ook zal zijn, veel grote internationale en nationale ondernemingen hebben hun eigen koers uitgestippeld en gaan door met een verdere verduurzaming van hun activiteiten al dan onder druk van stakeholders. Dat zet wellicht meer zoden aan de dijk dan miljoenen kostende conferenties waarbij deelnemers van over de hele wereld worden ingevlogen.