Jeroen Slop (oud-CFO Ajax): “Een verloren wedstrijd kan het verschil maken.”
Jeroen Slop is Lid Raad van Commissarissen van de KNVB. Maar ooit begon hij als register accountant. Na een carrière als controller waar hij veel internationale ervaring had opgedaan (bij een oliehandel en olieopslag bedrijf in Singapore en Hamburg), stroomde hij in 1998 door als CFO bij Ajax, waar hij na de beursgang instroomde en twintig jaar in het zadel bleef.
Afgelopen week stond Slop op de Accountancy Expo, waar hij financieel angehauchte voetballiefhebbers meenam in de wereld van finance en voetbal. Bescheidenheid, ‘goed op de zaak passen’ en niet per se in de spotlights willen staan, volgens de oud-CFO zijn dat de belangrijkste elementen die ertoe hebben bijgedragen dat hij zo lang aan het roer kon blijven bij de club die roerige tijden meemaakte onder Johan Cruijff.
Mensen in je activa
Wat finance bij een wereldploeg als Ajax anders maakt dan bij een gewoon bedrijf is dat je voornaamste assets van vlees en bloed zijn gemaakt. “Het zijn mensen die in je activa staan. De uitdaging ligt er in hoe die te waarderen op je balans.” Slop legt uit hoe de waarde van een speler financieel wordt vertaald en vervolgens wordt geactiveerd op de balans, waarbij transferwaarde, tekengeld, bijkomende kosten die worden gemaakt voor oliemannetjes – soms wel 10 miljoen – worden uitgespreid over verschillende boekjaren. Maar wat doe je bijvoorbeeld met de opleidingskosten die zijn gemaakt voor het afleveren van een ‘authentiek Ajaxtalent’? Van een opleidingslichting stroomt gemiddeld 1,5 voetbaltalent door naar het eerste team. Slop legt uit dat deze kosten bij Ajax voor 0 euro in de boekwaarde komen en zelf opgeleide spelers pas waarde krijgen bij verkoop. Het publiek smult van Slops inzichten – ook wanneer hij vertelt over de complexiteit van het financieel waarderen van een totale spelersgroep. Hoe weeg je de waarde van individuele spelers? Wat doe je met verzekeringen. Wie binnen de teamleiding bepaalt de waarde eigenlijk? (Slop: “De Technische staf bepaalt alles"). Ook de accountant van een voetbalclub moet zijn cijfers deugdelijk onderbouwen – en wanneer een club beursgenoteerd is moeten de cijfers zelfs voldoen aan de IFRS standaarden.
Risico’s
Net zoals in het bedrijfsleven heeft ook de CFO bij een voetbalclub te maken met risk. Maar anders dan in het bedrijfsleven, blijkt de voetbalwereld een vrij losse betalingscultuur te kennen waarbij een getekend transfercontract helemaal geen harde garantie hoeft te betekenen voor daadwerkelijke betaling – zelfs niet van topclubs als Barcelona of Liverpool (Ajax wel uiteraard :-). Dit verhaal verrast veel financials in de zaal. Termijnbetaling is sowieso de norm en het gaat vaak over forse bedragen.
Slops internationale ervaring in de finance en oliesector kwam hier wel goed van pas. Hij vertelt over onvoorwaardelijke bankgaranties – waar lang niet alle clubs toe bereid zijn (je kunt dan ook kiezen voor ‘factoring’, het inschakelen van een tussenpartij die wederzijdse risico’s overneemt). Een interessant inkijkje geeft Slop als hij vertelt over het Engelse verschijnsel van de ‘clearing house constructions’ waarbij TV-uitzendrechten in de Premier League zodanig veel geld opleveren voor voetbalclubs dat men gezamenlijk heeft besloten dat deze gelden garant staan voor betalingsverplichtingen die clubs onderling met elkaar gaan. Ook vertelt de oud-CFO over ‘rolling bank guarantees’ een soort flexibele bankgaranties waarmee de garantie wordt uitgesmeerd over verschillende jaren binnen een bepaalde periode, maar die na de eerste aanspraak bij wanbetaling niet meer bestaat.
Dagkoers
Slop stond er als CFO bij Ajax strak in, maar stelt dat finance in voetbal altijd risky business is (“Kijk naar wat er nu gebeurt met Oekraïense voetbalclubs, daar kun je jezelf niet tegen verzekeren.) Niet alleen voor clubs en CFO’s, maar ook voor spelers zelf. Is het slim om jezelf als speler te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid? Zolang je onder contract staat bij een club wordt je gewoon doorbetaald, al zit je drie jaar aan de aan de kant met een kapotte knie. Maar wat gebeurt er zodra je contract afloopt? Volgens Slop is het niet onverstandig om jezelf als jonge topspeler te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, zeker niet wanneer je uitgaat van een spelerscarrière tot je 35ste. Maar zoals altijd en overal hangt ook hier een prijskaartje aan.
Iemand uit de zaal vraagt hoe de transferwaarde van spelers nu eigenlijk tot stand komt. Het antwoord: dat is heel veranderlijk. “Spelerswaarde in de voetballerij is een dagkoers, soms een uurkoers, want een verloren wedstrijd kan het verschil maken.”