De managementlessen van een mierenkolonie
In 2004 introduceerde James Surowiecki de term ‘the wisdom of crowds’ om aan te duiden dat grote groepen mensen onder de juiste omstandigheden tot betere beslissingen en inzichten kunnen komen dan de slimste individuen. Surowiecki ziet onafhankelijkheid en diversiteit als essentiële factoren om tot ‘wisdom’ te kunnen komen. Succesvolle voorbeelden van co-creatie en zelforganisatie laten zien dat ook slim samenwerken en coördineren kunnen leiden tot 'the wisdom of crowds'.
In een recent artikel op de site van Insead gaat Nathan Furr, universitair hoofddocent Strategie aan deze business school, hier dieper op in.
Zelforganiserende teams of platte managementstructuren
Collega's van Furr, Phanish Puranam en Henning Piezunka, hebben onderzoek gedaan naar zelforganiserende teams of platte managementstructuren. Volgens hen zijn hiërarchieën niet per se slecht zijn platte structuren niet per definitie geschikt voor elke organisatie. Wel kan er wellicht wat worden geleerd van die platte, zelforganiserende structuren. Van mierenkolonies bijvoorbeeld. Hoewel mieren over zeer weinig intelligentie beschikken, kunnen zij zonder centrale besluitvormer verbazingwekkende, complexe taken volbrengen, zoals het zelf toewijzen van nieuwe taken of het verplaatsen van de kolonie ver weg naar een betere plek.
Volgens Furr en co-auteur Kathleen M. Eisenhardt bevatten mierenkolonies waardevolle aanwijzingen voor het ontwerpen van niet-hiërarchische menselijke organisaties.
Drie lessen die we kunnen leren van mieren
Furr en Eisenhardt denken dat mensen vooral wat kunnen leren van mieren als het gaat om eenvoud, modulariteit en schaal.
1) Eenvoud: Zijn eenvoudige regels het antwoord voor het coördineren van grote groepen – zelfs in slechte tijden?
Eenvoudige regels zijn snelle, flexibele vuistregels. Ze zijn ontwikkeld op basis van ervaring en bieden een leidraad voor wat te doen, maar laten ruimte voor aanpassing (in een pandemie bijvoorbeeld). Idealiter bieden ze het optimale evenwicht tussen improvisatie (te weinig structuur) en bureaucratie (te veel). Volgens Furr bleken eenvoudige regels veel effectiever te zijn dan meer vertrouwde routines en processen in omstandigheden van verandering en onzekerheid. "Als we achter de schermen kijken van succesvolle bedrijven als Pixar of Netflix, zien we simpele regels", aldus Furr.
2) Modulariteit: Werkt een gebrek aan hiërarchie heel goed bij het modulair oplossen van problemen op schaal?
Bij mierenkolonies kunnen ze door een probleem op te delen in kleinere brokjes veel grotere nesten bouwen. Voor ons mensen is het modulair oplossen van problemen van cruciaal belang wanneer we te maken krijgen met complexiteit, een steeds vaker voorkomend kenmerk van ons tijdperk. Modulariteit zorgt ook voor meer vrijheid en onafhankelijkheid, en kan bijzonder effectief zijn voor productplatforms zoals iTunes en marktplaatsen zoals Airbnb, aldus Furr. "Maar ze kunnen net zo belangrijk zijn voor meer traditionele organisaties die werk gedaan willen krijgen."
3) Schaalgrootte: Zijn menselijke organisaties robuust genoeg om extreme modulariteit aan te kunnen?
Als een mier een taak niet kan uitvoeren, staat er een andere klaar om zijn plaats in te nemen. Dat geldt voor mensen niet, maar ook wij kunnen gebaat zijn bij extreme modulariteit, zegt Furr: "Toen Jeff Bezos elke werknemer een e-mail stuurde waarin hij liet weten dat alle Amazon-activiteiten voortaan via API's zouden verlopen, gaf hij opdracht tot een radicale vorm van organisatorische modulariteit. Amazon heeft mede hierdoor kunnen opschalen op een manier die ons aan een mierenkolonie doet denken."
Volgend stadium van organisaties
Natuurlijk zijn er belangrijke verschillen tussen mensen en mieren. Bij mieren is het leren gecodeerd in feromonen. Zij missen de verfijnde leerprocessen en probleemoplossende benaderingen waar mensen gebruik van kunnen maken. Mierenkolonies zijn deskundig in het modulair oplossen van problemen, maar niet in hybride probleemoplossende benaderingen die geschikt zijn voor nieuwe complexe problemen. Mierenkolonies veranderen ook nooit in iets anders. Als en wanneer regels in een kolonie worden aangepast, gebeurt dat langzaam.
En toch: "Als de zelfsturing van mieren al voordelen oplevert, hoeveel groter zijn dan de voordelen van zelfsturing voor mensen met hun diepere individualiteit en creativiteit dan wel niet?", vraagt Furr zich af. "Wellicht dat organisaties bestaan om het potentieel te activeren dat groter, anders waardevoller is dan de som van de delen. Het activeren van collectieve intelligentie zou wel eens het volgende stadium van organisaties kunnen zijn."