Nederlands beleid stimulans voor wereldwijde innovatie

Nederland staat op de vijfde plaats in de lijst van landen die door hun binnenlandse innovatiepolitiek ook een stevige bijdrage leveren aan innovatie wereldwijd. Dit blijkt uit een analyse van de wereldwijde technologie denktank ITIF (Information Technologie and Innovation Foundation) onder 56 landen die samen goed zijn voor zo’n 90% van de wereldeconomie. Gekeken is hoe economische- en handelsregels van een land een positief of negatief effect heeft op de wereldwijde vooruitgang van innovatie.

“Een robuuste innovatie is belangrijk voor economische groei en vooruitgang”, stelt Stephen Ezell, vice-president global innovation van ITIF. “Terwijl landen strijden om het leiderschap in de innovatie-economie kunnen ze er voor kiezen maatregelen te nemen waar zij alleen baat bij hebben en waaronder andere landen lijden. Zij kunnen echter ook voor een win-win strategie kiezen waarbij hun eigen innovatiecapaciteit toeneemt en er tegelijkertijd ook positieve effecten zijn voor de wereldeconomie. Als we willen dat innovatie overal tot bloei komt hebben we zo’n systeem nodig.”Er wordt veel onderzoek gedaan naar innovatie en de innovatiekracht van landen. Vaak zijn deze onderzoeken gebaseerd op innovatiemogelijkheden of de uitkomsten van het innovatieproces. Deze keer hebben de onderzoeker gekeken naar de impact van nationale regelgeving op het grotere innovatie ecosysteem. Dit gebeurde aan de hand van 14 factoren die niet alleen belangrijk zijn voor binnenlandse innovatie maar ook positieve wereldwijde effecten hebben zoals ondersteunende belastingsystemen en investeringen in R&D en menselijk kapitaal. Er werd ook gekeken naar factoren die een negatieve werking hebben waaronder strenge vestigingseisen en een zwakke bescherming van het intellectueel eigendom. Nederland behoort na Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Singapore tot de top vijf van landen die innovatie wereldwijd stimuleert. De vijfde plek van Nederland reflecteert een combinatie van beleidsmaatregelen die de onderzoekers tot de 10 beste maatregelen voor wereldwijde innovatie rekenen en die het op een na minst schadelijk zijn voor het innovatie-ecosysteem. Beleidsmakers zijn vaak primair gericht op de belangen van hun eigen burgers en kijken meestal niet naar de wereldwijde context. Door dit wel te doen kunnen zij de voordelen voor het eigen land nog verstevigen. Innovatie altruïsme betaalt zich volgens de onderzoekers echt uit. Er is volgens het onderzoek een sterke correlatie tussen de landen die bijdragen aan innovatie wereldwijd en hun succes op nationaal niveau.  Een goede binnenlandse innovatiepolitiek kan goed uitwerken voor de wereld. In het rapport wordt een aantal suggesties gegeven om  de impact op de wereldwijde innovatie te vergroten:- Politici, economen, en deskundigen moeten innovatie net zo serieus nemen als mogelijkheid om de globale economische groei te optimaliseren als het stimuleren van de internationale handel.-Er moet een raamwerk komen waarmee het mogelijk is een onderscheid te maken tussen maatregelen die positief uitpakken voor het wereldwijde innovatie-ecosysteem en maatregelen die negatief uitpakken. Beleidsmakers moeten tegengas geven aan de bestaande misvatting dat de innovatie in ontwikkelde landen ten koste gaat van ontwikkelingslanden er daarom een strategie nodig is voor de herverdeling van innovatie in plaats van deze te laten groeien. – Tot slot moeten leidende landen een wereldwijde  stichting oprichten om wetenschappelijk onderzoek op het gebied van grote belangrijke uitdagingen waar de wereld voor staat, via internationale samenwerking te stimuleren.“De wereld produceert op dit moment niet voldoende innovatie om deze wereldwijde uitdagingen op het gebied van meer productiviteit, betere gezondheid, en het beschermen van het milieu aan te gaan volgens Robert Atkinson, onderzoeker en voorzitter van ITIF. “Beleidsmakers moeten meer tegengas geven als landen porberen hun eigen belang voorop te zetten ten koste van wereldwijde innovatie.”