Onvoorspelbaar sportfeest
Door Monique Harmsen Brazilië is niet het enige land dat blijft zitten met een flinke financiële kater. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford deden uitgebreid onderzoek naar de kosten van de Olympische Spelen en kwamen tot de conclusie dat landen en steden die de Spelen organiseren, instappen op het financieel meest riskante megaproject ter wereld. Gemiddeld komen de kosten van de olympische spelen in de periode 1960-2016 zo’n 156 procent hoger uit dan begroot. De zomerspelen van Montreal in 1972 kwamen maar liefst 720 procent duurder uit. Voor de winterspelen lag het record bij Lake Placid met 324 procent kostenoverschrijding en Sochi met 289 procent. Hier moet nog bij aangetekend worden dat de onderzoekers alleen de sportgerelateerde kosten, dus zonder investeringen in algemene infrastructuur de vaak de grootste kostenpost vormen, meenamen in hun onderzoek. Het meest bevreemdend is dat landen blijkbaar niets leren van de financiële ervaringen die zijn opgedaan met voorgaande edities van de Spelen. Er zou zo langzamerhand toch een overzicht van best practices en financiële valkuilen voor het organiseren van de Spelen bekend moeten zijn. Nog steeds zegt ieder land dat meedingt om de volgende Spelen te mogen organiseren, bij het opstellen van het bidbook dat zij het anders gaan doen en dat zij erin zullen slagen het project op tijd en binnen budget op te leveren. In veel gevallen worden, om de publieke opinie mee te krijgen, kosten zo laag mogelijk ingeschat en de opbrengsten zo hoog mogelijk. Gaandeweg het project duiken dan allerlei onverwachte kosten op waardoor de teller gestaag doortikt. Een belangrijke kostenopdrijvende factor is de harde deadline van het project waardoor op het laatst vaak voor dure oplossingen moet worden gekozen. Feit is ook dat de Spelen steeds groter en ingewikkelder worden om te organiseren. Dat is niet iets van de laatste jaren. Al in 1924 klaagde de geestelijk vader van de moderne Spelen, Pierre de Coubertin, erover dat de Olympische Spelen te ingewikkeld waren geworden. Met de toename van het aantal deelnemers en de dreiging van het wereldwijde terrorisme is het er sindsdien niet eenvoudiger op geworden. Het probleem begint nu ook door te dringen bij het Internationaal Olympisch Comité die steeds meer kandidaat-steden voor de Spelen ziet afhaken. Er is nu een Olympische Agenda 2020 opgesteld met veertig hervormingsvoorstellen, onder andere over kostenbeheersing, betere procedures voor het aanwijzen van gaststeden en meer duurzaamheid. Zelfs de mogelijkheid om het evenement in verschillende landen te organiseren is ingevoerd. Misschien zou het wel handig zijn om op basis van hun ervaring een gedegen risicoanalyse uit te voeren naar de financiële houdbaarheid van de plannen. Ook Nederland heeft stiekem nog steeds ambities om de Spelen te organiseren. Hoewel deze plannen in 2012 door het huidige kabinet in de ijskast werden gezet wegens de crisis, zette minister Edith Schippers van Sport onlangs de deur toch weer heel voorzichtig op een kiertje. Ze wil het vooral slimmer doen zodat de Nederlandse burger niet opdraait voor de kosten. Deze kosten worden in het best-case-scenario geschat op tussen de 1,1 en 1,8 miljard en in het worst-case-scenario tussen de 3 en 3,8 miljoen euro. Schippers wil kijken hoe zij het bedrijfsleven erbij kan betrekken. Op zich geen slechte gedachte, gewoon onderdelen outsourcen naar het bedrijfsleven tegen een deel van de opbrengst. Het wordt vast soberder en strakker georganiseerd en met een beetje geluk resteert aan het eind onder de streep winst. Dat zou een Olympische prestatie van formaat zijn. Monique Harmsen is hoofdredacteur van CFO Magazine/CFO.nl