“Overheid moet wel de mentaliteit, maar niet de structuur van een corporate overnemen”
Moderator Melle Eijckelhoff opende de discussie door de aanwezigen te vragen wat zij graag uit het mandaat van directeuren in de profitsector zouden willen meenemen naar hun eigen functie. Een van de deelnemers gaf aan sneller te willen kunnen onderhandelen over een inkoop. “Nu hebben we veel te maken met Europese bestedingsregels. Het zou prettig zijn om meer ruimte te hebben om zelf leveranciers te kiezen.” Het verplicht moeten onderhandelen met partijen waarmee een beperkte klik is bleek meerdere deelnemers een doorn in het oog. Rechtmatigheid versus doelmatigheid De deelnemers erkenden dat dit probleem deels teruggedrongen kon worden door een aanbesteding nauwer te formuleren. Een te nauw geformuleerde aanbesteding is echter weer aanvechtbaar. Deze kwestie sloot mooi aan bij het verschil dat inleider Rob van Zeeland constateerde tussen overheidsorganisaties en private partijen. Van Zeeland is momenteel CEO/CFO bij Intravacc, een vaccinproducent die momenteel onder de vleugels van de overheid opereert en op weg is naar zelfstandigheid. Eerder werkte hij bij diverse grote corporates. In Van Zeelands optiek zijn overheidsbedrijven voornamelijk bezig met rechtmatigheid, terwijl bedrijven zich richten op doelmatigheid. “Hebben we juist gehandeld?”, is de vraag die bij overheidsinstantie centraal staat. “In de politiek lig je onder een vergrootglas. Iedereen en alles heeft een mening over je”, zegt Van Zeeland. ”Vragen over winstgevendheid en het behalen van targets zijn nauwer”. Een deelnemer beaamt dat het als overheidsinstelling inderdaad lastig is om los te komen van het politieke krachtenveld. Hiermee raakte zij een gevoelige snaar bij veel deelnemers. Dit politieke krachtenveld behelst niet alleen de wereld buiten de eigen organisatie. Ook de verhouding en taakverdeling tussen bestuurders, ambtenaren en politici blijkt vaak precair. Eensgezind concluderen de deelnemers dat in ieder geval voorkomen moet worden dat (gemeentelijke) bestuurders zich bemoeien met de bedrijfsvoering. Heldere ‘spelregels’ zijn hierbij cruciaal. Overdreven verschillen Volgens een discussiegenoot moeten de verschillen tussen publiek en privaat in ieder geval niet overdreven worden. “Er is in de afgelopen twintig jaar altijd geprobeerd om elementen van de overheid over te nemen in de planning & controlcyclus. Andersom heeft het private domein veel elementen op het gebied van maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen overgenomen uit het publieke domein”. Hij concludeert dat de overheid mogelijk met meer (eigen) regels te maken heeft, maar dat zij hier flexibeler mee om kunnen gaan dan bedrijven. “Bedrijven worden geconfronteerd met minder regels, maar de regels zijn wel zeer scherp afgebakend. De gevolgen van overtreding zijn groot.”. Toch valt er volgens de deelnemers nog genoeg te leren van corporates. Diverse aanwezigen storen zich aan het budgetdenken bij de overheid. Door de focus op (het opsouperen) van budget zou er te weinig gedrevenheid zijn om besparingen te realiseren. Andere aanwezigen herkennen hun organisatie niet volledig in dit beeld en zeggen dat er wel degelijk besparingen worden gerealiseerd. Een van de aanwezigen oppert dat denken vanuit winstgevende begrotingen een goed alternatief zou kunnen zijn voor budgetdenken. Alle generaties nodigVan Zeeland stelt dat disruptie bij de overheid niet mogelijk is, omdat er nu eenmaal draagvlak en consensus gecreëerd moet worden in organisaties die de samenleving dienen. Wel denkt hij dat disruptie overheidsmedewerkers uit hun comfortzone moet halen. Sommige deelnemers dat overheden kunnen leren van de handelingssnelheid van corporates. Een van de jongere gesprekspartners aan tafel constateert dat ambtenaren zich vaak tegen laten houden door bestaande regelgeving. “Regels moeten gechallenged worden”, stelt zij. Jongere generaties zijn in haar optiek minder geneigd in barrières te denken. “Maar voor het creëren van draagvlak zijn alle generaties nodig”.Waar bij bedrijven voor nieuwe projecten snel mensen vrijgemaakt kunnen worden, roept dit bij de overheid soms weerstand op, stelt een deelnemer. “Er is een enorme focus op de omvang van overheidsapparaat. Een kortstondige uitbreiding van het personeelsbestand om een innovatie door te voeren die op termijn besparingen kan opleveren roept weerstand op”, aldus een deelnemer, Om nieuwe projecten tot een goed einde te brengen is volgens haar durf nodig. Dat vraagt veel energie van managers en leiders om hun afdeling mee te krijgen.De deelnemers zagen dus genoeg ruimte voor verbeteringen in hun overheidsorganisaties. Of zij hierbij kunnen leren van corporates? “Ja, maar de eigen identiteit moet behouden worden”, aldus een deelnemer. “Dat is situationeel afhankelijk”, denkt een ander. “We hebben de ondernemende mentaliteit van corporates nodig, maar de structuur van organisatie hoeft niet te wijzigen”, besluit de derde.