Panama Papers: Big Data in overtreffende trap

De Panama Papers zijn Big Data in overtreffende trap. De verwikkelingen van het Panamese trustkantoor Mossack Fonseca die de afgelopen dagen door de internationale pers naar buiten zijn gebracht vormen slechts het topje van de ijsberg. Volgens het internationale consortium van onderzoeksjournalisten dat de papers naar buiten bracht, hebben zij slechts 1% van alle informatie die in de 11,5 miljoen documenten was te vinden was gepubliceerd. De grote namen onder de belastingontwijkers zoals staatshoofden en regeringsleiders zijn naar buiten gebracht, maar er zijn er nog honderden namen die niet publiek zijn gemaakt.

Los van de morele discussie rond belastingontduiking is het vooral het lekken op zich, en hoe er is omgegaan met alle informatie, interessant. De grote vraag is natuurlijk wie er heeft gelekt. Er doen allerlei interessante complottheorieën de ronde variërend van de CIA tot de Russische geheime dienst. Vast staat dat deze persoon of organisatie in ieder geval goed op de hoogte is van IT en opsporingsmogelijkheden. Op dit moment is er echter meer aandacht voor de inhoud van de gelekte informatie dan dat er een jacht op de dader plaatsvindt. De vraag is of die ooit gevonden zal worden. De Panama Papers laten vooral zien wat de kracht van de netwerkmaatschappij is. Eén krant, maandblad of actualiteitenrubriek zou onmogelijk tot de interessante informatie hebben kunnen doordringen. Alleen door een internationaal netwerk van 400 onderzoeksjournalisten in 80 landen op te zetten was het mogelijk om de 2,6 Terabyte aan informatie over meer dan 214.000 brievenbusfirma’s te onderzoeken. Vergeleken bij de Panama Papers is WikiLeaks klein pils. Ook in het lekken van data is er sprake van een exponentiele ontwikkelingen. De hoeveelheid gegevens die is gelekt, is 1000 keer zo groot als bij WikiLeaks. Journalisten die meewerkten aan het onderzoek kregen de beschikking over bijna alle documenten die de onderneming over de afgelopen 40 jaar heeft opgesteld. Het naar buiten brengen van de informatie verloopt als een met militaire precisie opgezette operatie.  Eind 2014 werd een journalist van de Süddeutsche Zeitung benaderd door de persoon die hem de gegevens aanbod. Toen de stroom data maar bleef komen werd besloten dat deze zaak te groot was voor één medium en werd de hulp ingeroepen van the International Consortium of Investigative Journalists. Een jaar lang werd in het diepste geheim gewerkt aan het onderzoeken van de gegevens. In die tijd is er niets van naar buiten gekomen.Om de grote hoeveelheid data te kunnen verwerken werd een speciale search-enige ontwikkeld waarvan iedereen die aan het onderzoek verbonden was, gebruik konden maken. Daarnaast konden journalisten uit verschillende landen via een chat systeem informatie uitwissen en de hulp van collega’s inroepen bij het vertalen van documenten. En toen uiteindelijk duidelijk was waar het om ging gingen alle betrokken media op hetzelfde moment naar buiten met informatie. De Panama Papers kun je zien als een keerpunt. Er is een lange weg afgelegd sinds Bob Woodward en Carl Bernstein van de Washington Post president Nixon in 1974 dwongen af te treden wegens het Watergateschandaal. Dat gebeurde nog via degelijk journalistiek handwerk met een tipgever die in verlaten parkeergarages mondjesmaat informatie naar buiten bracht. Anno 2016 maken klokkenluiders gebruik van achterdeurtjes in het computersysteem en brengen ze gewoon anoniem alle databestanden naar buiten.CFO’s en bedrijven die tot nu toe cybercrime niet bovenaan de agenda hebben staan, moeten zich eens goed achter de oren krabben en actie ondernemen om hun beveiliging op peil te brengen ook als zij denken niets te verbergen te hebben. De laatste jaren zijn er verschillende grote klokkenluidersaffaires geweest waarbij grote databestanden waren betrokken. In de nieuwe netwerkmaatschappij blijft maar weinig geheim.