Prinsjesdag 2022: “Veel verzwarende maatregelen, maar ook een positieve noot.”

Wat betekenen de nieuwe belastingmaatregelen voor de CFO?

“Het Belastingplanpakket 2023 van het kabinet Rutte IV is met vele verzwarende maatregelen voor het Nederlandse bedrijfsleven een weinig ondernemingsvriendelijk pakket”, aldus Raymond Barkman, fiscaal econoom bij Nextens, aanbieder van fiscale aangiftesoftware. We spraken met hem over wat de CFO van de Miljoenennota moet weten. 

Wat gebeurt er met de kurk van de Nederlandse economie?
Over het algemeen is het geen positief Belastingplanpakket voor het bedrijfsleven. Barkman: “De complete lastenverzwaring van het pakket bedraagt voor 2023 maar liefst 5 miljard euro. Daarvan blijven, bij ongewijzigd beleid, enkele miljarden lastenverzwaringen ook op de lange termijn bestaan. Als gevolg van deze maatregelen wordt niet alleen broodnodig eigen investeringskapitaal aan het Nederlandse bedrijfsleven onttrokken, maar komen ook het verdienvermogen en de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven onder druk te staan. Als je het mij vraagt, is dit ontzettend zonde, want het bedrijfsleven is de kurk van de Nederlandse economie.”

Nieuwe belastingmaatregelen

In het Belastingplanpakket 2023 is een aantal nieuwe belastingmaatregelen gepresenteerd die van directe invloed zijn op de onderneming van de CFO. Hoe zit het bijvoorbeeld met vennootschapsbelasting, de fiscale oudedagsreserve en de dertig procent-regeling tot de Balkenendenorm? Barkman zocht het uit en zette de belangrijkste nieuwe maatregelen op een rij:

1. Verlaging grens eerste tariefschijf vennootschapsbelasting
“Om te beginnen wordt per 1 januari 2023 de eerste schijfgrens van vennootschapsbelasting verlaagd naar 200.000 euro, hiermee verdient de schatkist maar liefst 1,3 miljard euro”, vertelt Barkman. Door de verlaging van de schrijfgrens betalen vennootschappen in 2023 vanaf 200.000 euro het hoogste belastingtarief (25,8 procent) over hun winst. Eerder betaalden zij dit pas bij een winst vanaf 395.000 euro. Verder gaat het tarief over de eerste schijf omhoog van 15% naar 19%. Dat levert een verzwaring op van ruim 1,5 miljard`euro. Barkman: “Een flinke belastingverhoging dus.”

2. Uitfasering van de fiscale oudedagsreserve
Een andere verzwarende regeling is de uitfasering van de fiscale oudedagsreserve. Vanaf 2023 kan deze reserve niet meer fiscaal gefacilieerd verder worden opgebouwd. De bestaande oudedagsreserve kan hoogstens op de balans blijven staan. Barkman: “Tijdens de voorjaarsnota werd al aangekondigd dat dit zou gebeuren. Nu is het ook echt vastgelegd voor het Belastingplan 2023."
Eerder was het mogelijk dat ondernemers een deel van hun winst konden reserveren als oudedagsvoorziening. Dit bedrag bleef dan in het bedrijf, waardoor het ook als investeringskapitaal kon dienen. Barkman: “Vanaf 2023 kunnen ondernemers de verdere opbouw van hun oudedagvoorziening op een andere manier voortzetten bijvoorbeeld via een lijfrenteproduct. Hierdoor stroomt het geld weg uit de onderneming en naar de verzekeraar. Voor CFO’s is het grote nadeel dat er dan minder investeringskapitaal beschikbaar is.”

3. Wijzigingen in box 2 (aanmerkelijk belang)
Winstuitkeringen van en verkoopwinsten op aandelen die een zogeheten aanmerkelijk belang vormen, worden vanaf 2024 anders belast in box 2, inkomen uit aanmerkelijk belang. Het huidige en tevens enige box 2-tarief bedraagt 26,9 procenten en geldt voor winstuitkeringen zonder maximum. Vanaf 2024 wordt er een tweede schijf aan deze box toegevoegd. Voor de eerste schijf – tot 67.000 euro – geldt dan een tarief van 24,5 procent en voor de tweede schijf een tarief van 31 procent.

4. De verhoging van de overdrachtsbelasting
Verder wordt de overdrachtsbelasting verhoogd van acht naar 10,4 procent. Barkman: “Als we denken aan overdrachtsbelasting, denken we vaak direct aan het betalen van belasting voor de aankoop van een particuliere woning. Maar ook bij de aankoop van niet-woningen, zoals bedrijfspanden, moet overdrachtsbelasting worden betaald. Sterker nog, de overdrachtsbelasting wordt voor het grootste deel betaald door bedrijven.” Deze maatregel zal er dus flink inhakken bij het Nederlandse bedrijfsleven. Deze lastenverzwaring wordt in het Belastingplan geschat op ca 700 miljoen.”

5. Beperking van de dertig procent-regeling tot de Balkenendenorm
Per 2024 wordt de dertig procent-regeling, waarbij expats dertig procent van hun loon belastingvrij mogen ontvangen, beperkt tot de WNT-norm (2022: 216.000 euro), beter bekend als de Balkenendenorm. Over het bedrag dat een expat boven de Balkenendenorm verdient komt het recht op deze regeling te vervallen. Barkman: “Deze maatregel heeft niet altijd direct effect op de CFO maar wel op hooggekwalificeerde specialisten binnen zijn bedrijf. Het is daarom wel goed om  hiervan op de hoogte te zijn.”

6. De verlaging van de doelmatigheidsmarge
De laatste verzwarende maatregel heeft vooral invloed op het salaris van de CFO zelf. De ‘doelmatigheidsmarge’ binnen de gebruikelijke-loonregeling gaat namelijk van 25 procent naar vijftien procent. Het gevolg is dat het salaris van de directeur-grootaandeelhouder nog maar vijftien procent mag afwijken van het normaal-salaris dat de fiscus bepaald heeft voor het niveau en de arbeidsduur van de directeur-grootaandeelhouder. Barkman: “Het directe gevolg van deze regeling is dat directeuren-grootaandeelhouders geacht worden fiscaal meer loon uit hun bv te ontvangen, ongeacht wat de bv daadwerkelijk heeft uitgekeerd.” 

De meevallers
Bovenstaande regelingen zijn regelingen waar de gemiddelde CFO niet blij mee zal zijn. Tegelijkertijd zijn er ook nog een aantal positieve om te belichten. Zie hieronder:

1. De verruiming van de werkkostenregeling
In 2023 wordt de werkkostenregeling verruimd. Binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling kunnen werkgevers aan werknemers onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen geven, voor zover daarop geen gerichte vrijstelling van toepassing is. De vrije ruimte over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom binnen een onderneming (per afzonderlijke bv) gaat in 2023 omhoog van 1,7 procent naar 1,92 procent. Concreet betekent dit in euro’s dat een werkgever per bv 880 euro meer vrije ruimte heeft voor onbelaste extraatjes aan personeel.

2. De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding
Om te beginnen wordt de onbelaste reiskostenvergoeding in 2023 verhoogd naar 0,21 cent per kilometer, deze was 0,19 cent per kilometer. Barkman: “We zien steeds meer bedrijven die hun medewerkers een hogere kilometervergoeding uitkeren, om ze zo tegemoet te komen in de reiskosten. De verhoging van de belastingvrije vergoeding is dus vooral interessant voor organisaties en hun CFO’s die uit eigen motivatie hier al mee bezig waren. Voor hen is deze verhoging een welkome maatregel, want minder verschuldigde loonbelasting betekent direct lagere loonkosten.”

3. Verlaging van de loonbelasting in de eerste schijf
Het belastingtarief van de loon- en inkomstenbelasting in de eerste schijf gaat omlaag met 0,14 procentpunt, van 37,07 procent naar 36,93 procent. Daarnaast wordt ook de schijfgrens voor het eerste tarief verhoogd van 69.398 euro naar 73.031 euro. Barkman: “Dit betekent dat de CFO over zijn eigen salaris en dat van de werknemers iets minder belasting zal gaan betalen, dat is altijd mooi meegenomen.”

Bovenstaande maatregelen staan inmiddels vast en de meeste zullen in 2023 worden ingevoerd. Barkman: “Bovenstaand geeft een compleet beeld over waar de CFO rekening mee moet houden. Helaas veel verzwarende maatregelen, maar ook een positieve noot: het kabinet stelt het bedrijfsleven fors steunpakket in het vooruitzicht voor de sterk gestegen energieprijzen. Mogelijk zal de energiebelasting voor het bedrijfsleven aanzienlijk verlaagd worden. De precieze plannen zijn nog niet bekend, maar het kabinet heeft aangegeven er mee te komen. De CFO’s staan dus niet helemaal in de kou.”

 

Gerelateerde artikelen