Yvo de Boer over duurzaamheid: Overheid moet heldere kaders stellen

Duurzaamheid is een onderwerp dat steeds hoger op de agenda van CEO's en CFO's staat. Toch is het niet zo, aldus Yvo de Boer, voormalig hoofd van het VN-klimaatbureau UNFCCC en thans actief als wereldwijde adviseur op het gebied van klimaat en duurzaamheid voor KPMG, dat het bedrijfsleven de rol van de overheden kan overnemen wanneer deze er niet uitkomen.

De aanpak van de uitstoot van broeikasgassen en andere bedreigingen voor het klimaat lijkt een kwestie van lange adem. Tijdens de laatste internationale klimaatconferentie in Kopenhagen, eind vorig jaar, lukte het niet om met alle deelnemende landen tot bindende afspraken over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen te komen. Terwijl de internationale politiek nog overlegt, handelt het bedrijfsleven. “Het bedrijfsleven moet de rol van de overheid niet overnemen. De overheid moet de kaders stellen. De overheid moet heldere doelstellingen formuleren die bedrijven zekerheid bieden over het klimaatbeleid op de middellange en lange termijn. Dat is belangrijk, omdat energie-intensieve industrieën moeten weten waar het naartoe gaat in de toekomst. Daarnaast beschikt de overheid over beleidsinstrumenten, zoals belastingen en regelgeving, die van invloed zijn op de marktwerking. Door aan de knoppen van de marktwerking te draaien kan de overheid sturen.” SustainabilityYvo de Boer is enkele maanden actief in zijn nieuwe baan bij KPMG, waar hij met zijn internationale contacten en kennis de internationale sustainability-praktijk ondersteunt en bedrijven, overheden en andere organisaties adviseert op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Gevraagd naar zijn ervaringen tot nu toe stelt hij: “Het verschil tussen mijn oude en nieuwe rol is dat ik in mijn vorige rol mensen tegenkwam die allereerst de neiging hadden om nee te zeggen; in deze rol kom ik mensen tegen die in een eerste reactie ja zeggen.” Zijn overstap van het VN-klimaatbureau naar KPMG staat volgens hem los van het mislukken van de klimaatconferentie in Kopenhagen. “Ten eerste is het een baan die je niet al te lang moet doen. Ik heb dat werk vier jaar lang gedaan en er voor mijn gevoel alles uit gehaald wat eruit te halen viel. Ten tweede, of je Kopenhagen nu positief of negatief benadert: het resultaat is wel dat bijna alle landen plannen hebben om broeikasgassen terug te dringen. Het besef is er, we komen nu in de uitvoeringsfase. Het is nu aan het bedrijfsleven om met oplossingen en innovaties te komen. Je ziet dat industrieën hier nu mee bezig zijn.” ________________________________________________________________________________Thema CFO Day 2011 bekend gemaakt: Value Driven Corporate Sustainability________________________________________________________________________________Over zijn aanpak is hij helder: “Ik ben voor een sterke verzakelijking in het klimaatbeleid op het gebied van financiën en partnerships tussen overheden, bedrijfsleven en wetenschap.” Het is volgens De Boer van groot belang dat de overheid met kaders komt. “We hebben te maken met een mondiale markt en internationale verdragen zijn nodig om ervoor te zorgen dat alle landen meedoen om het beste resultaat te krijgen. Een voorbeeld is de emissie-uitstoot van broeikasgassen in Europese landen ook gehaald kan worden door te investeren in de reductie van deze gassen in andere landen, red.), met deze handel proberen we tegen zo laag mogelijke kosten zo veel mogelijk effect te bereiken.” BroeikasuitstootTen aanzien van de emissiehandel bestaat er nogal wat kritiek en wantrouwen. Onlangs doken er berichten op dat Chinese fabrieken er misbruik van zouden maken. De Boer nuanceert de berichten: “China heeft de afgelopen jaren geen beleid gevoerd ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen. Fabrieken waren niet verplicht de schadelijke stoffen die bij het productieproces vrijkwamen te vernietigen. Via marktwerking gebeurt dit tegen betaling alsnog.” “Er is echter een interne regel in China”, vervolgt De Boer, “dat alleen fabrieken die al drie jaar bestaan, gebruik mogen maken van deze vergoeding. Je moet niet vergeten dat er aan de vernietiging van deze stoffen kosten verbonden zijn. Nieuwe fabrieken kunnen hier geen aanspraak op maken. Je kunt China niet verplichten de interne regels aan te passen. Er zitten altijd mazen in wetgeving. In 2005 is in Kyoto het internationale klimaatprotocol opgesteld, we staan aan het begin. Je vindt altijd wel een gaatje, het is zaak om de mazen te vinden en te dichten.”####Investeringen duurzaamheidHet gebrek aan helderheid van de kant van de overheid is volgens De Boer een van de grootste frustraties van ondernemingen. “Door de recessie zijn veel investeringen in energie-intensieve industrieën uitgesteld. Deze bedrijven willen nu weer investeren. Het gaat hier echter om investeringen met een tijdshorizon van vijftig jaar. Men wil weten welke kant het op gaat, nu de economie weer aantrekt.” De Boer noemt het positief dat bedrijven niet afwachten tot er duidelijkheid komt, maar alvast anticiperen op de snel veranderende wereld. “Zij stellen de vraag: Hoe willen we ons in de markt positioneren? De discussie over het klimaat is niet solitair. Bedrijven hebben te maken met hogere energieprijzen, energieonzekerheid, grondstoffen die opraken en een consument die steeds meer de nadruk legt op duurzaamheid. Ze beseffen dat ze een andere marktpositie moeten veroveren en willen daarbij koploper zijn.” Siemens is volgens De Boer een bedrijf dat tot de koplopers behoort. “Een tijdlang liep het wat minder bij Siemens, maar het stuk klimaat en duurzaamheid ging wel goed. Nutreco is een bedrijf dat de discussie aangaat over hoe er visvoer kan worden gebruikt zonder dierlijke oliën. Je ziet tal van andere bedrijven die discussiëren over en zoeken naar innovatieve invullingen om nieuwe marktsegmenten te veroveren.”WaardecreatieVoor een groot deel wordt de discussie over duurzaamheid nu nog ingegeven door kostenbesparingen in plaats van het creëren van waarde. “De omslag van cost-driven naar value-driven is er nog niet helemaal. Bij bepaalde bedrijven wordt die al wel gemaakt, maar in veel gevallen wordt met een gezonde Hollandse blik naar de kosten en besparingen gekeken. Als iets dan ook duurzaam blijkt te zijn, is dat mooi meegenomen.”“Toch is kostenbeheersing al lang niet meer de enige factor voor een duurzaam beleid. Klimaat begint ingeburgerd te raken in de maatschappij. Langzaamaan gaat de voorkeur van de consument uit naar duurzame producten. Die voorkeur wordt gedreven door labelling en etikettering. Er zijn al supermarkten die de keuze hebben gemaakt om alleen nog duurzame producten aan te bieden.” ________________________________________________________________________________ Thema CFO Day 2011 bekend gemaakt: Value Driven Corporate Sustainability ________________________________________________________________________________Het eigenbelang van de consument maakt volgens De Boer gaandeweg plaats voor een breder eigenbelang, en dat resulteert in het opzoeken van kwaliteitskeurmerken. De Boer verwacht niet dat de wereldwijde supply chain in de toekomst zal plaatsmaken voor een regionale of lokale supply chain. “De globalisering van de productie zal zich doorzetten, behalve misschien bij nicheproducten. We hebben te maken met een globaliserende wereld. Dat maakt het lastig om de duurzaamheid van de productie in de keten helder in beeld te krijgen. Bij een eenvoudig product kun je de CO2- uitstoot van enkele onderdelen meten, maar bij een mobiele telefoon of kopieerapparaat wordt het moeilijker om alle componenten te volgen. Er wordt door fabrikanten veel over beweerd, maar de vraag is of je er jezelf, de klant en je reputatie goed mee doet. Als blijkt dat je de klant om de tuin leidt, is je reputatie stuk en ben je een klant kwijt. Af en toe zie je etiketten die groter zijn dan het product. Er moet een goede certificering komen waardoor het voor de consument overzichtelijk blijft.” JaarverslagOm ervoor te zorgen dat alle bedrijven serieus werk gaan maken van duurzaamheid is volgens De Boer een aantal factoren essentieel. “Allereerst moet milieuvervuiling een eerlijke prijs krijgen”, stelt hij. “Daarnaast moet de boekhouding van ondernemingen bestaan uit meer dan alleen een financiële kant. Er moet net zo veel aandacht zijn voor duurzaamheid. Of dat in een apart verslag is of in een hoofdstuk in het financiële jaarverslag maakt mij niet zoveel uit, maar er moet aandacht voor zijn.” De Boer ziet hierbij een belangrijke rol voor de CFO weggelegd. “De CFO moet niet alleen naar de traditionele kant kijken, maar ook zien dat duurzaamheid een net zo hard criterium is als kosten en baten. Gelukkig zie je dat CFO’s dat beseffen. In de gesprekken die ik heb gevoerd, valt mij op dat de raad van bestuur, CEO of CFO zich steeds meer persoonlijk met dit soort zaken bezighoudt. Je ziet bij bedrijven een evolutie van een duurzaamheidsrapport over de interne milieuzorg naar een rapportage over duurzaamheid in de productieketens en ten slotte een integratie van duurzaamheid in de gehele bedrijfsvoering.” De Boer vindt het leuk om te zien dat China en India verhoudingsgewijs erg druk zijn met het in beeld brengen van hun CO2-emissies. “Zij realiseren zich dat de wereld in ontwikkeling is. Voor een deel heeft dat te maken met de eisen van de supply chain, maar aan de andere kant ook met de fase waarin deze landen verkeren. Als je toch iets nieuws gaat bouwen, dan bouw je geen rotzooi. In Nederland heeft de overheid tien jaar geleden besloten dat de energie-intensieve industrie in 2010 tot de beste van de wereld moest behoren. Die ondernemingen werden beoordeeld via een benchmark tegen de besten van de wereld.” StrategieHoewel het bedrijfsleven vooruit kan lopen op beleid van de overheid, wijst De Boer erop dat bedrijven ook een verantwoordelijkheid tegenover hun aandeelhouders hebben en de gezondheid van de onderneming in het oog moeten houden. “Ze moeten wel een koploperspositie willen bekleden, maar kunnen de rol van de overheid niet op zich nemen. De CEO gaat ook niet over de doodstraf of de gezondheidszorg in een land, dat is de taak van de overheid. Milieu is voor bedrijven wel een integraal onderdeel van een product en de kosten die ervoor worden gemaakt.”Bedrijf KPMG Naam Yvo de Boer Functie Wereldwijd adviseur op het gebied van klimaat en duurzame ontwikkeling KPMG Burgerlijke staat Getrouwd, drie kinderen Geboortedatum 12 juni 1954 Carrière 2006 – 2010 Secretaris-generaal van het VN-klimaatbureau UNFCCC; 1999 – 2005 Directeur internationale milieuzaken VROM; 1994 Hoofd klimaatverandering VROM; 1981 Ambtenaar bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en MilieubeheerMis deze checklist niet: 7 gouden regels voor business cases