Italië blijft volgens inflatieverwachtingen in eurozone
Gebaseerd op de inflatieverwachtingen, denken Italiaanse consumenten echter wel binnen de eurozone te blijven. De inflatieverwachtingen zouden namelijk stijgen als men uit de eurozone zou stappen, echter laten de bevindingen juist zien dat inflatieverwachtingen dalen tijdens onrust over de toekomst van de eurozone. Dit wijst op een intern aanpassingsmechanisme binnen de eurozone.
Dit is één van de uitkomsten van het proefschrift van Beau Soederhuizen getiteld ‘Empirical studies on (un)conventional policies and macroeconomic adjustment during the crisis’, waarmee hij op 11 juni 2018 aan Nyenrode Business Universiteit is gepromoveerd. Soederhuizen is met zijn 26 jaar de jongste promovendus ooit aan de universiteit.
Het proefschrift van Soederhuizen bestaat uit vier studies die allen betrekking hebben op de gevolgen van beleidsmaatregelen ten aanzien van de financiële crisis. Allereerst is onder 13 eurolanden onderzocht of men op basis van inflatieverwachtingen van consumenten kan zien of een land uit de eurozone zou stappen. Soederhuizen legt uit: “Consumenten zijn zich ervan bewust dat hervormingen economisch pijnlijk zijn, maar deze zijn nu eenmaal nodig om er als land economisch weer bovenop te komen. Consumenten zien dat uit de eurozone stappen de pijn niet verzacht, integendeel.”
Effectief begrotingsbeleid
Door de beleidsrente te verlagen hopen centrale banken consumenten tot uitgaven te stimuleren. Wanneer dit niet lukt, kan het begrotingsbeleid van een land volgens de tweede studie in het proefschrift uitkomst bieden. Soederhuizen: “Als je de beleidsmaatregelen overheidsconsumptie en -investeringen toevoegt aan je crisisinstrumentarium, kan dit de economie weer op gang helpen. Het effect hiervan is significant groter wanneer de rente laag is, dan wanneer de rente hoog is, zo blijkt uit het onderzoek. Bij een lage rente heeft een centrale bank zelf minder beleidsopties. Het is dus een wisselwerking tussen beleid van de overheid en een centrale bank.”
De onderzoeksresultaten ondersteunen het pleidooi van verschillende centrale bankiers om het begrotingsbeleid van overheden een belangrijkere rol te geven bij het stabiliseren van de economie. Dit op voorwaarde dat de overheidsschuld beperkt blijft en dit dus toelaat.
Liquiditeitsinvesteringen
Ook de Europese Centrale Bank kan een belangrijke rol spelen in het stabiliseren van een economie. In de derde studie van het proefschrift zijn de effecten van liquiditeitsinvesteringen van centrale banken in zelfstandige banken onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat financiële instabiliteit van banken, de vraag naar financiering vanuit de Europese Centrale Bank doet toenemen. Soederhuizen over de effecten hiervan: “Op korte termijn neemt de stabiliteit van een bank bij een dergelijke liquiditeitsinvestering niet toe, maar juist af als we kijken naar marktreacties. Het schept immers geen vertrouwen wanneer banken extra financiering nodig hebben en kan worden gezien als een teken van economische zwakte. Toch kan het effect op de lange termijn positief zijn en hebben monetaire beleidsmaatregelen een directe en sterke invloed op de omvang en samenstelling van de balans van centrale banken van individuele landen.”
Impact monetair beleid
In de vierde studie heeft Soederhuizen onderzocht of de balans van centrale banken van landen of regio’s synchroon lopen binnen een muntunie: Hierbij zijn de ontwikkelingen van de balansen van de Europese Centrale Bank en het Federal Reserve System (VS) afgezet tegen de balansen van centrale banken per land (EMU) of regio (VS). In de VS bleken de balansen van het Federal Reserve System en de centrale banken per regio synchroon te lopen. Hierdoor hebben ze een grotere voorspelbaarheid dan in de eurozone, waar de balansen niet synchroon lopen. Volgens Soederhuizen betekent dit dat in de VS deze synchroniciteit de impact van het monetaire beleid op individuele balansen kan versterken. In de EU bemoeilijken asynchroon lopende balansen juist het beleid omdat iedere maatregel op elke balans een andere impact kan hebben.
Toch hoeven hieraan volgens Soederhuizen in de EU niet direct negatieve conclusies uit worden verbonden: “Doordat de balansen van landen in Europa niet allemaal hetzelfde reageren op veranderingen op de balans van de Europese Centrale Bank, hoeven ze elkaar ook niet per definitie in negatieve zin te beïnvloeden. Effecten blijven beperkt doordat deze elkaar uitmiddelen. Zodoende kunnen andere EU landen de eventuele ‘klappen’ opvangen die in Italië kunnen vallen, zonder daar zelf meteen de dupe van te zijn.”