Koopkrachtplaatje toont niet het hele beeld

Nog even en het is weer Prinsjesdag. De dag waarop de Koning de plannen van de regering voor het komende jaar bekend maakt.

Een groot deel van deze plannen komt zelden als een verrassing. Al tijdens het planning- en budgetteringsproces van het kabinet wordt er door betrokken partijen aan alle kanten strategisch gelekt. In tijden van crisis, als er harde bezuinigingsmaatregelen moeten worden getroffen, is dat vervelend. Dit jaar is het kabinet echter spekkoper, de miljardenmeevallers vliegen ons om de oren dus er is weer wat uit te delen. De manier waarop die meevallers worden verdeeld, is eigenlijk een enorme koehandel waarbij iedere partij probeert er het meeste voor zijn kiezers uit te slepen. Nu het kabinet de meerderheid in de Eerste Kamer kwijt is, zal het nog meer dan voorheen gedwongen worden tot compromissen en het uitruilen van principes.Hoewel het belangrijk is om te weten waar het geld naartoe gaat en waar er wordt bezuinigd, is de burger vooral geïnteresseerd in: wat betekent het voor mij? Hoeveel ga ik er op vooruit of op achteruit? Het CPB biedt hier uitkomst met het bekende koopkrachtplaatje. Alle cijfers van de beleidsmaatregelen worden in een soort black box gestort en vervolgens rollen de financiële consequenties voor verschillende bevolkingsgroepen er uit. Die worden gerangschikt naar inkomensniveau, gehuwd of ongehuwd, kinderen of geen kinderen, tweeverdieners, alleenstaanden, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. Hoewel het kabinet deze cijfers graag presenteert als het resultaat van exacte wetenschap gaat het hier meer om pseudowetenschap. Het zijn cijfers op basis van gemiddelden en steekproeven. De gemiddelde tweeverdiener of gepensioneerde bestaat niet. Het maakt een wereld van verschil of je gezond bent of niet, een huurhuis of een koophuis hebt, vermogen hebt of in wat voor een auto je rijdt.Bij dit rijtje van persoonlijke omstandigheden hoort naar mijn mening ook te staan in welke gemeente je woont. Naast de centrale overheid klopt ook de gemeente via verschillende heffingen aan voor een bijdrage in de algemene kosten. We leven in een tijd waarin de centrale overheid uit efficiencyoverwegingen steeds meer taken overhevelt naar de gemeente waarbij er flink wordt gekort op de budgetten die de overheid daarvoor beschikbaar stelt. De theorie is dat gemeenten deze taken goedkoper en effectiever kunnen uitvoeren. Tot zover de theorie, de praktijk zullen in eerste instantie de gemeentelijke heffingen toenemen of het voorzieningenniveau dalen. Wat Den Haag met de ene hand uitdeelt, pakt de gemeente weer terug. Dat is niet terug te vinden in de Haagse koopkrachtplaatjes. De houdbaarheid van deze koopkrachtplaatjes is ook niet erg lang, ik schat ongeveer een dag. Op het moment dat de Algemene Beschouwingen beginnen, is alles weer vloeibaar. Ik kijk er dan ook altijd een beetje cynisch naar. Alle partijen doen hun best om voor hun achterban nog een tiende procent aan koopkracht voor de poorten van de hel weg te slepen terwijl ze eerder wel akkoord zijn gegaan met maatregelen die een veel grotere negatieve impact op de koopkracht hebben. Ook gedurende het jaar vinden er nog aanpassingen plaats die voortvloeien uit onverwachte ontwikkelingen.Blijft het feit dat ik graag zou willen weten wat ik er nu op voor- of achteruit ga? Op de website van het CPB kom ik niet echt verder. Ik pleit dan ook voor een koopkracht-app waarmee je op ieder moment kunt zien hoe je koopkracht er het komende jaar echt gaat uitzien, dus inclusief gemeentelasten, zorgpremies etc. Het wordt tijd voor een transparante overheid 3.0. Ik zou graag namelijk graag willen zien of ik er het afgelopen jaar werkelijk de voorgespiegelde 1,5% op vooruit ben gegaan! 

Gerelateerde artikelen