‘Verouderde regels staan vernieuwing financiële dienstverlening in de weg’
Volgens de vier partijen zal financial technology, doorgaans afgekort tot FinTech, de financiële sector de komende jaren drastisch veranderen. Digitale technologieën maken het mogelijk op andere manieren geld te lenen, over te maken of te investeren. Nederland heeft de potentie een belangrijke FinTech-hub te worden, blijkt uit de studie Holland FinTech, Barriers to innovation. Om de innovatie te bevorderen, dienen overheid, toezichthouders en private sector wel allemaal hun huiswerk te doen. Don Ginsel, directeur van Holland FinTech: ‘Niet alleen omdat de financiële sector 7 procent van het bnp genereert, maar ook om wat FinTech kan bijdragen aan de overige 93 procent. We hebben als burgers en bedrijven de beste financiële infrastructuur nodig.’ Rabobank en ING benadrukken dat FinTech zeer breed toepasbaar is, bijvoorbeeld door in de gezondheidszorg betaalstromen te versimpelen of in de juridische dienstverlening, waar computers smart contracts kunnen opstellen. Drie barrières
Onderzoekers spraken voor de studie Holland FinTech, barriers to innovation met achttien FinTech-experts en vijftien experts op het gebied van regelgeving. Ook hielden ze een enquête onder startups, investeerders, innovatiemanagers bij banken en andere innovatie-experts. De resultaten zijn donderdag 21 januari besproken in de vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer. Volgens de studie heeft Nederland een goede digitale infrastructuur, een financieel aantrekkelijk vestigingsklimaat en zijn de salarissen en kantoren betaalbaar. Tegelijkertijd staan drie barrières een bloeiende FinTech-sector in de weg: ● regulering en juridische kaders: deze zijn opgesteld voor de traditionele financiële sector en niet eenduidig over FinTech-toepassingen, zoals crowdfunding, blockchain-technologie of de omgang met informatie over betaalstromen. Tegelijkertijd gelden voor FinTech vaak wel dezelfde eisen als voor de traditionele instellingen. De regelgeving in Nederland behoort verder tot de strengste in de EU, wat de innovatie bij zowel de bestaande als nieuwe financiële dienstverleners remt.● de toezichthouders: De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten oordelen soms verschillend over hetzelfde FinTech-bedrijf, omdat de benodigde kennis verspreid aanwezig is. Ook zijn de richtlijnen voor het omgaan met nieuwe technologie onvoldoende ontwikkeld. Soms blijft een oordeel daardoor zelfs uit. Om die reden heeft de AFM inmiddels een FinTech-desk ingericht.● samenwerking: iedereen werkt momenteel vooral op zichzelf, terwijl de snelheid en kwaliteit van innovatie gebaat zijn bij startups die onderling samenwerken en met grote partijen die zich openstellen voor nieuwe invloeden. De overheid dient vrijplaatsen te creëren waar ideeën, financiers en (zakelijke) ervaring samenkomen. ‘Nederland heeft de mogelijkheid om leidend te zijn in FinTech’, zegt Ginsel van Holland FinTech. Wereldwijd groeit de sector hard, met een verdrievoudiging van de investeringen tussen 2012 en 2014, toen er meer dan 12 miljard dollar in FinTech-bedrijven werd gestoken. Ginsel: ‘Om te volgen, dient Nederland in elk geval de regelgeving aan te passen conform onze buurlanden. Wil Nederland leider worden, dan is er meer nodig.’ Mark de Jonge, partner van Roland Berger, voegt toe: ‘Nederland zal Londen niet inhalen, maar het heeft wel de potentie als bruggenhoofd te functioneren voor bedrijven die vanaf daar het vasteland willen veroveren.’ Sectorvisie vereist
De Jonge stelt het Verenigd Koninkrijk ook als voorbeeld. ‘Daar is te zien hoezeer een duidelijke visie op de sector, ontwikkeld door de overheid, toezichthouders en marktpartijen gezamenlijk, kan bijdragen aan succes.’ Ginsel: ‘Zo’n visie, met daarin vastgelegd welke partijen wat kunnen bijdragen, zal FinTech enorm helpen. Het maakt in elk geval het werk van de toezichthouders makkelijker.’ De Jonge: ‘Daarnaast zou het helpen als het mogelijk wordt voorlopige vergunningen af te geven. Zo kan een proeftuin ontstaan waarin de toezichthouders en bedrijven samen het onontgonnen terrein van FinTech kunnen ontdekken en waardevolle kennis kunnen opdoen.’ Tot slot kunnen de banken en andere financiële instellingen volgens Ginsel een belangrijker rol spelen bij de ontwikkeling van de FinTech-sector door zich opener op te stellen. Hun systemen en processen zijn nu niet ingericht op het samenwerken met FinTech-startups. Ginsel: ‘Als de overheid, toezichthouders en private partijen allemaal hun huiswerk doen, kan FinTech de volgende mainport van Nederland worden: zeg maar de payport.’ FinTech Manifest met actiepunten
Om concreet te maken wat er allemaal te doen is, heeft Holland FinTech namens zijn achterban een manifest opgesteld. Ginsel: ‘Toezichthouders en overheid beginnen zich bewust te worden van de noodzaak een actieve rol te spelen in deze veranderende markt. Wij willen hen helpen door duiding te geven aan de ontwikkelingen. Zo ontstaat hopelijk ruimte voor verantwoorde financiële innovatie.’