Het Dashboard van de BV Nederland – Juli 2013
Door Janine Baetsen, Finance Specialist bij ConQuaestorWerkloosheid naar 8,3%De werkloosheid onder de Nederlandse beroepsbevolking is in mei 2013 verder opgelopen. De indicator kwam deze maand uit op 8,3%. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid nam in mei 2013 toe met 9.000 en kwam uit op in totaal 659.000 werklozen. Dit blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de afgelopen drie maanden kwamen er gemiddeld 15.000 per maand bij. De maand mei laat in dat licht dus een positieve ontwikkeling zien en de sterke toename van de werkloosheid eind 2012 en begin 2013 is hiermee wat afgevlakt. Over de afgelopen drie maanden gezien nam de werkloosheid onder jongeren vrijwel niet meer toe. In deze periode groeide vooral de werkloosheid onder 25- tot 65-jarigen. Het aantal werklozen van 25 tot 45 jaar steeg gemiddeld met 7.000 per maand, het aantal werkloze 45-plussers steeg met gemiddeld 8.000 werklozen.Vooral flexwerker de klosIn het eerste kwartaal van 2013 werden 143.000 personen werkloos die in het vierde kwartaal van 2012 nog een baan hadden. Vooral werknemers met een flexibele arbeidsrelatie werden werkloos. Van het totaal aantal flexwerkers in het vierde kwartaal van 2012 waren er 85.000 een kwartaal later werkloos, wat neerkomt op 6,9% van het totaal. Bij werknemers met een vaste arbeidsrelatie en bij zelfstandigen waren dat er respectievelijk 46.000 en 11.000. In dezelfde periode vonden 90.000 werklozen een baan. De meesten kregen een flexibel contract.Uit cijfers van UWV blijkt dat het aantal WW-uitkeringen in mei met 2.000 afnam tot 378.000 per maand. Het aantal lopende WW-uitkeringen daalde in mei met 0,5%. Het aantal aan jongeren tot 25 jaar verstrekte uitkeringen nam in mei met 7% af. Aan 55-plussers werden net zoals in april juist meer uitkeringen verstrekt. De daling van het aantal WW-uitkeringen deed zich net als in de voorgaande maanden vooral voor bij seizoensgevoelige sectoren als landbouw en bouwnijverheid. In mei werden 44.000 nieuwe uitkeringen verstrekt en er werden 46.000 uitkeringen beëindigd, waarvan bijna de helft vanwege werkhervatting.Consumentenvertrouwen valt na periode van herstel opnieuw terugNa drie maanden met een verbetering, verslechterde de stemming onder Nederlandse consumenten in juni weer. Het consumentenvertrouwen daalde 4 punten en kwam uit op -36. Consumenten waren vooral pessimistischer over het algemeen economisch klimaat. Hun koopbereidheid veranderde daarnaast nauwelijks.De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de ‘optimisten’), dat het slechter gaat (de ‘pessimisten’) of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.Consumenten waren in juni veel negatiever over de economische situatie in de komende 12 maanden dan in de voorgaande maand. Deze beweging staat haaks op de eerdere ontwikkelingen in april en mei, toen het sentiment over de toekomstige economische situatie juist flink verbeterde. Over het economisch klimaat in de afgelopen 12 maanden waren consumenten iets somberder dan in mei 2013.De koopbereidheid blijft onverminderd laag. Consumenten vonden de tijd iets ongunstiger voor het doen van grote aankopen, zoals witgoed en meubels. Hun kijk op de eigen financiële situatie veranderde nagenoeg niet.Inflatie naar 2,9%De inflatie is in juni gestegen naar 2,9%. In mei 2013 waren de prijzen voor consumenten gemiddeld 2,8% procent hoger dan een jaar eerder. In het eerste halfjaar van 2013 is de inflatie gemiddeld uitgekomen op 2,9%. Inflatie is de gemiddelde prijsstijging van de goederen en diensten die consumenten kopen. De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.De stijging van de inflatie kwam vooral door de prijsontwikkeling van benzine. Gemiddeld kwam de prijs in juni 2013 uit op 1,73 euro per liter. Voeding had daarentegen een verlagend effect op de inflatie. In juni was voeding weliswaar 3,0% duurder dan een jaar eerder, maar in mei was de prijsstijging op jaarbasis hoger.De Nederlandse inflatie volgens de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) steeg in juni naar 3,2 procent. Naast de nationale consumentenprijsindex is er ook een Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). Met de HICP is het mogelijk de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie te vergelijken. In de eurozone steeg de inflatie naar 1,6%. In oktober 2012 is de Nederlandse inflatie fors opgelopen door de verhoging van de btw. Daarna bleef de inflatie in Nederland hoog terwijl die in de eurozone juist afnam.