Onderzoek: Invoering AI staat nog in kinderschoenen
Bij het merendeel van honderd Europese bedrijven die meededen aan een onderzoek van SAS, bevindt de invoering van artificial intelligence (AI) zich nog in de begin- of zelfs de planningsfase. Slechts een beperkt aantal respondenten denkt dat de eigen organisatie klaar is om het potentieel van deze technologie te kunnen benutten. In het onderzoek werden honderd leidinggevenden van honderd Europese organisaties in verschillende sectoren, zoals het bank- en verzekeringswezen de productie- en retailsector en de overheid ondervraagd.
Dat bedrijven nog niet erg ver zijn met de invoering van AI, heeft met name te maken met een tekort aan data science-vaardigheden, zo gaven de respondenten aan. Slechts twintig procent geeft aan dat hun data science-teams klaar zijn voor de komst van AI. 19 procent heeft helemaal geen data science teams.
Hiernaast zijn er maatschappelijke uitdagingen. Zo zijn er zorgen over de invloed van AI op de werkgelegenheid. Dan gaat het niet alleen over het verlies van banen, maar ook over het ontstaan van nieuwe banen waarvoor ook nieuwe vaardigheden nodig zijn.
Ook spelen er etnische kwesties. Zo vraagt 41 procent van de respondenten zich af of AI in plaats van voor afzonderlijke bedrijven niet zou moeten werken voor het verbeteren van het welzijn van mensen. Ook vragen respondenten zich af hoe werknemers die hun baan verliezen moeten worden opgevangen.
Verder blijkt vertrouwen een issue te zijn. 49 procent spreekt over culturele uitdagingen vanwege een gebrek aan vertrouwen in de resultaten van AI.
Op de vraag of de infrastructuur in de bedrijven afdoende is om met AI te werken, komen wisselende antwoorden. 24 procent van de respondenten denkt over de juiste infrastructuur te beschikken, 24 procent zegt dat aanpassing nodig is terwijl 29 procent meldt geen specifiek platform te hebben voor AI.